God is een zwerver door alle tijden.
Ooit is het Hem gelukt.
Zij waren nog jong
en woonden in het Midden-Oosten.
Zij waren op weg.
Er was voor hen geen plaats in de herberg.
God is een zwerver door alle tijden
en doorkruist ook ons leven.
Hij schenkt ons een goddelijke droom
en wij bouwen een menselijke stad.
God is een zwerver door alle tijden.
Zijn kracht is groot en machtig,
maar ook broos en teer.
Zijn liefde is wijsheid én omarmen.
God is een zwerver door alle tijden
op zoek naar een plek om thuis te zijn.
Ik vraag me af waar én hoe
God Kerstmis heeft gevierd.