Elke zondag komen wij bijeen om in de eucharistieviering ons geloof te voeden rond het Woord van de Heer en de Gaven die Hij met ons deelt.
DE TIJDEN
De president van een groot westers land laat een stuk van zijn witte ambtswoning afbreken om er een grote, luxueuze balzaal te bouwen. Dat bouwwerk zal zijn naam dragen en zijn prestige eren.
De vernieuwing van het tempelgebouw in Jeruzalem werd in het jaar 19 voor Christus ingezet door Herodes de Grote en duurde tot het jaar 64. Zes jaar later werd het gebouw met de grond gelijk gemaakt door de Romeinse generaal Titus. Een dramatische geschiedenis met verregaande gevolgen, zeker voor het Joodse volk. Jezus heeft het niet meegemaakt. Lucas schrijft voor zijn gemeenschap die het meemaakten en overleefden.
Jezus heeft het over het einde van een tijd en dan begint een nieuwe tijd. Tot alles nieuw is. Herodes de Grote bouwde de tempel voor God maar toch vooral voor zijn eigen eer. Zijn tijd is voorbijgegaan. De tijd van de Christus duurt voort terwijl de heersers van de wereld komen en gaan. Ooit zal de tijd van God overal zijn, zoals Maleachi schrijft in de eerste lezing: ‘Dan gaat de zon van de gerechtigheid op, en met haar vleugels brengt zij genezing.’ Gerechtigheid is ware grootheid, niet een machtige tempel en niet een super balzaal.