GELUKKIG
Als iets goed lukt zijn er meestal wel mensen die de verdienste graag als een pluim op hun hoed steken. Maar als iets tegenslaat en niet goed afloopt wordt gemakkelijk naar een schuldige gezocht, weg van zichzelf.
In Jezus’ tijd werden verklaringen gezocht voor lijden, tegenslag en mislukking. Dat zijn vragen van alle tijden, ook van onze tijd. Jezus’ tijdgenoten schoven de schuld door naar God: blindheid, armoede en andere tegenslagen zijn een gevolg van onze zonden; God straft.
Jezus spreekt dat tegen. God zit ons niet te jennen en te beproeven naar willekeur. God is niet de oorzaak van lijden dat ons treft en overkomt. Die overtuiging deelt Jezus mee in de woorden van de vlakterede: Zalig, gelukkig die beproefd worden... Dat wil zeggen: Gelukkig is het God niet die jou op de proef stelt door je armoede, je onrecht, je ziekte. God is anders. God is liefde. Gelukkig maar. Zalig is het dat je weet en gelooft dat God liefde is, ook in je beproeving.
Is daarmee de vraag naar de zin van het lijden opgelost? Neen! We geloven op Jezus’ woord wel dat God niet de oorzaak is. Lijden en tegenslag zijn gevolgen van onze menselijkheid, van onze eindigheid, van onze beperktheden. God is liefde en leeft met ons mee. Gelukkig. Zalig.
Guido Moeys