RIJK ZONDER NAAM

Amos klaagt aan dat de welstand van het land enkel de rijken tegemoet komt. Daar komt ballingschap van. Jezus vertelt hoe een anonieme rijke in de hel belandt en Lazarus bij Abraham leeft.

Had ik dat geweten... Ik wist het dat het zou kunnen gebeuren, maar ik dacht dat ik zou ontsnappen... Dat zal mij nooit overkomen...
Dat zijn uitspraken die we wel eens gebruiken. Achteraf is altijd alles duidelijk en dan zie je wat je beter had kunnen doen.

In de schriftlezingen van vandaag worden wij vooraf gewaarschuwd. Amos waarschuwt de rijke bevolkingslagen in het Noordrijk dat hij Samaria noemt, in het Zuidrijk dat bij hem Sion heet. De uitbuiting die bezig is, zal tot ballingschap leiden. En het is gebeurd. Ze hadden het kunnen weten...

In het evangelie over Lazarus en de onbekende rijke klinkt het ook door. Abraham neemt Lazarus in bescherming. De rijke zonder naam wil zijn broers helpen. Het antwoord van Abraham is streng maar logisch: je broers hoeven helemaal niet verwittigd te worden, want sabbat na sabbat kunnen ze luisteren naar de Tora (‘Mozes’) en naar de Profeten. En inderdaad, reeds in de tijd van Jezus werd op sabbat in de synagoge altijd zowel uit de Tora als uit de profetische geschriften gelezen. Daar staat alles in wat een mens nodig heeft om te leven, en om te leren de juiste keuzes te maken die recht en gerechtigheid bevorderen.

Dat antwoord moeten we eens rustig tot ons laten doordringen.