De pastorale ploeg heeft het tijdens vorige vergaderingen gehad over de vraag hoe mensen de weg naar het geloof vinden. Al zijn er bijzonder veel elementen genoemd en was het gesprek bijzonder boeiend, in essentie is de "sleutel" eigenlijk eenvoudig (maar blijkbaar niet altijd eenvoudig om toe te passen): mensen vinden de weg naar het geloof vanaf het moment dat gelovigen hen over hun eigen geloof getuigen en dan meer bepaald over de vreugde van het geloven. Let op: dat is geen magische sleutel, die automatisch werkt, maar het is wel een beginpunt. Of iemand vanaf dat punt de weg naar het geloof vindt, blijft natuurlijk het werk van Gods’ Geest.
Concreet wil dat dus zeggen dat de gelovige - dat zijn wij dus! - en zijn of haar getuigenis een cruciale rol heeft. Ik moet daar nog aan toevoegen: getuigenis over de vreugde van het geloof. In het verleden werd wel eens vooropgesteld dat geloven "moest" (al was het maar voor ons zielenheil), maar werd compleet uit het oog verloren dat geloven vooral vreugde is. Het gaat dan natuurlijk niet alleen over wat we met woorden zeggen ("ik ben blij omdat ik geloof") ofschoon dat ook nooit mis is, maar minstens evenzeer over wat er uit onze daden blijkt. (Ik moet dan denken aan een gezin waar de ouders grote liefhebber zijn van opera en de kinderen dat al lang goed door hebben, nog voor ze weten wat opera is. De avonden immers dat er een opvoering is, voelen de kinderen al heel de dag iets van opwinding en verwachting bij hun ouders, ze weten dat dat het moment is waarop de babysit komt, enzovoort. Ook zonder woorden beseffen de kinderen dat opera zeer bijzonder is voor hun ouders. Het kan dan niet anders dan dat die kinderen van jongs af aan erg benieuwd zijn naar wat opera eigenlijk is - en haast niet kunnen wachten om het ook mee te maken. De kans is groot dat zij op hun beurt liefhebber zullen worden).
Zonder nu alles te willen moraliseren, maar knelt daar niet een beetje het schoentje? Wij hebben het doorgaans niet zo gemakkelijk om met onze woorden te zeggen dat er iets is dat ons vreugde geeft (de uitspraak "ik ben blij dat ik geloof" ligt echt niet spontaan in onze mond en zou anderen ook raar doen opkijken), maar we hebben het nog veel moeilijker om onze vreugde te tonen. (Misschien hebben we het zelfs moeilijk om de vreugde te tonen 'aan onszelf' en zijn we ook kampioen om voor onszelf te verbergen wat we voelen...). Het kan dan gerust gebeuren dat iemand naar de mis vertrekt... al mopperend om één of ander detail (helemaal anders dan dat iemand naar de opera of pakweg een voetbalmach vertrekt), terwijl het in de grond van de zaak om een minstens even grote vreugde gaat.
Is dit geen mooie gelegenheid om minstens voor onszelf (opnieuw) bewust te worden wat een vreugde het is om als gelovige met God en met elkaar verbonden te zijn?
Tony, pastor
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.