Een ‘stille kracht’. Die woorden kwamen bij mij op terwijl ik naar huis wandelde na mijn bezoek voor deze ‘even voorstellen’. Zo zou ik deze dame typeren want ondanks alles wat ze al heeft mee gemaakt in Brussel, blijft ze actief en vol vertrouwen. Een boeiend gesprek met veel verrassingen al van bij de eerste klassieke openingsvraag…
Ben je een geboren Brusselaar of ingeweken?
Griet: ik ben een inwijkeling, ongeveer tachtig jaar geleden ben ik geboren in Wetteren als jongste in een gezin van zes kinderen. Ik heb maar één broer en dus nog vier zussen. Mijn oudste zus is 89 jaar en houdt nog altijd haar winkel in het Nederlandse ’s Hertogenbosch. Eén zus die in Meise woonde, is overleden ; de anderen wonen nog in Wetteren, mijn broer in Ninove.
Heb je nog herinneringen aan je kinder- en jeugdjaren?
Griet: ik heb in Wetteren school gelopen, naar de Sint–Gertrudisschool bij de zusters. Maar nu zijn daar geen zusters meer. Ik ga nog geregeld terug naar mijn geboortestad, vorige week was ik er nog voor de actie van Welzijnszorg. Vorig jaar nodigde Wetteren alle 80-jarigen uit en ik was één van hen. Het was een heel fijn weerzien. Trouwens mijn beste vriendin en kameraad met wie ik nog altijd contact heb, ken ik al van in de kleuterklas. Wij zijn hele trouwe vriendinnen en bellen regelmatig.
Hoe ben je in Brussel terechtgekomen?
Griet: na mijn studies heb ik 9 jaar gewerkt in Gent in een elektrozaak. Mijn zussen en broer hadden al aan staatsexamens mee gedaan en ik heb dat ook gedaan. Ik was vrij goed geplaatst in de lijst van geslaagden en mocht kiezen bij welke dienst ik zou beginnen. Zo ben ik aan de slag gegaan bij het ‘Bestuur van het Zeewezen’. Mijn hele loopbaan heb ik daar gewerkt. Ik heb er ook mijn man, Adrien leren kennen. Een week voor we gingen trouwen, kwam het huis hier in Schaarbeek te koop te staan. Maar wij hadden toen geen tijd daarvoor want we gingen eerst op huwelijksreis. Pas een paar weken later kwamen we terug, en zijn we onmiddellijk gaan kijken en hebben we het huis toch nog kunnen kopen. Het is ondertussen al 51 jaar geleden en ik woon hier nog, én nog altijd graag.
Zijn jullie lid geworden van Brusselse verenigingen ?
Griet: niet van verenigingen zoals Okra of Femma maar we zijn wel jarenlang actief geweest in een volksdansgroep De Garve. Daar hebben we heel mooie dingen mee meegemaakt, zelfs op festivals gedanst. Hier thuis hebben we vaak heel wat mensen ondergebracht van andere volksdansgroepen die naar het festival kwamen. We gaven ook een leden- en sympathisantenblad uit. Ik tikte de artikels en met de stencilmachine maakten we vele blaadjes.
Je woont hier ongeveer halverwege tussen de kerk van Sint-Joost-ten-Node en Sinte-Aleydis in Schaarbeek. Was het moeilijk kiezen?
Griet: na ons huwelijk gingen we op zondag altijd naar de Nederlandstalige mis in Sinte-Aleydis. We wonen trouwens ook op het grondgebied van die parochie. Maar toen die mis op zondagmorgen wegviel, ben ik naar Sint-Joost gegaan. Daar heb ik onder andere Josée Schwindt leren kennen. Zij was er voorlezer en heeft mij op een keer gevraagd of ik dat in haar plaats wou doen. Eerst schrikte mij dat wat af want ik had dat nog nooit gedaan, ook niet op school. Maar het lukte vrij goed, in feite deed ik het ook graag, en zo ben ik het blijven doen. Ook later na mijn pensioen toen ik naar de zaterdagavondviering in Sinte-Aleydis ging en zuster Lea mij daar vroeg om de voorbeden te lezen. De band met Sinte-Aleydis is ook sterker geworden in de periode nadat mijn man een hartinfarct had gekregen en hij regelmatig het bezoek kreeg van Jan Hardy. Na het overlijden van mijn man heb ik veel steun gekregen van de gemeenschap van Sint Joost en sterkte gevonden in mijn geloof.
Kom je uit een gelovig gezin?
Griet: thuis werd er ’s avonds samen gebeden. Mijn vader was onderwijzer in de tuinbouwschool. Hij heeft catechese gegeven en hij hielp later ook bij begrafenissen. Ik ben heel dankbaar dat ik zo ben opgevoed. Ik bid nog alle dagen na het ontbijt de paternoster/de rozenkrans. En ik zal de deur niet uitgaan zonder een kruisteken te maken en te bidden tot God voor bescherming en een goede thuiskomst. Ik ben al vier keer op straat overvallen, zelfs drie keer hier vlakbij mijn huis en op klaarlichte dag. Van de laatste keer hou ik nog altijd rugpijn over maar ik laat me niet afschrikken en blijf zoveel mogelijk actief bezig.
Naast je engagement als voorlezer, ben je nog meer actief in de parochie?
Griet: ik ging al heel lang geregeld op bezoek bij Margrietje en Leona, mensen die ik kende van de vieringen in Sint-Joost maar die ziek waren of moeilijk te been, en niet meer naar de kerk konden komen. Josée heeft mij dan gevraagd of ik lid wilde worden van de gezondheidspastoraal. Ik doe dat heel graag zieken bezoeken. Maandelijks ga ik bij hen langs. Het is heel fijn om een praatje te slaan. Het doet de mensen een plezier en ik beleef er zelf ook veel plezier aan. Ze mogen mij ook altijd bellen, als ze iets kwijt willen dan luister ik. Bij sommigen breng ik ook de communie. De eerste keer was dat bij een ouder koppel hier in de buurt. Toen dacht ik : nu ben ik met Christus op stap. Het deed mij terugdenken aan mijn kindertijd toen de pastoor soms passeerde met de communie en er iemand met een belletje voorging. De communie brengen is iets speciaal. Ik heb het al doende geleerd. En ik kreeg ook van Josée een boekje met wat tips. Niet zo lang geleden was ik op de begrafenis van een zieke die ik regelmatig bezocht. De familie zei me toen : ‘ah, gij zijt Griet… we hebben veel van je gehoord’. Zo een moment, dat doet deugd.
Bedankt Griet voor je inzet voor de parochie en voor je medemensen, ziek of eenzaam. Dat je hen nog lang mag plezier doen met een bezoekje!
Ria V.A.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.