De gezinsviering van 26 maart was wel heel bijzonder. Drie kinderen werden er gedoopt met de warme ondersteuning van de grote groep mensen die in de kerk was samengekomen: niet alleen familie, maar ook alle eerste communicantjes en vormelingen en de trouwe lokale gemeenschap.
In stoet kwamen de kleinsten naar voor. Ze hadden spandoeken bij met de namen van de drie dopelingen: Jean-Baptiste, Jia Hao en Zeger. Pastoor Hans verwelkomde iedereen hartelijk. Hij stelde de drie dopelingen één voor één bij naam de vraag of ze wilden gedoopt worden. En dat wilden ze.
Als lezing klonk het verhaal van de zalving van koning David. Enkele vormelingen en één guitige eerste communicant beeldden dit uit. De profeet Samuël werd door de Heer naar Bethlehem gestuurd, op zoek naar een nieuwe koning. De zonen van Isaï werden hem één voor één voorgesteld; grote, sterke kerels. Maar telkens weer klonk de stem van de Heer dat dit niet de nieuwe koning zou worden. Was er iemand vergeten dan? Er bleek nog een kleine jongen te zijn, David, die de schapen en geiten aan het hoeden was. Het jongetje werd erbij geroepen en hij kwam vrolijk huppelend af. En zie, dit was de kandidaat van de Heer! Samuël zalfde de jongen. Vanaf dan was de Geest van God in David.
Pastoor Hans legde in zijn duiding de link naar Kameroen waar hij enkele keren verbleef. Daar hebben jonge kinderen geen eigen naam. Veel kinderen sterven er immers voor ze 10 jaar zijn. En net zoals die kleine David worden ze niet voor ‘vol’ bekeken en tellen ze nog niet echt mee. Maar God kijkt anders, God kijkt niet naar de buitenkant maar naar het hart. En dan kiest Hij net zo’n klein jongetje uit om koning te worden.
Ook alle gedoopten zijn door God uitgekozen als unieke geliefde dochter of zoon.
Dit werd heel concreet tastbaar doorheen de mooie dooprituelen met water, licht en chrisma voor de drie doopkandidaten.
Niet alleen de familie strekte de handen als beschermende takken over de kinderen heen, alle aanwezigen maakten dit zorgzame gebaar.
Op het einde kregen alle kinderen als wakkerhoudertje, hoe kon het ook anders, doopsuiker mee naar huis. ‘Hoera voor Zeger, Jean-Baptiste en Jia Hao!’.