Zondag 15 november zijn we om 9 uur van start gegaan met enkele ouders van de “nieuwe catechese-groep”. Het was fijn om bekende en nieuwe gezichten te ontmoeten, terwijl de kinderen zelf in het zaaltje ernaast ook aan boord gingen voor een reis die zo’n kleine twee jaar zal duren.
Een uitnodigende vraag “wat wens je je kind toe op weg naar het vormsel?” bracht mooie en essentiële waarden aan het licht. Verbondenheid, steun, vertrouwen in het leven, rijpen in geloof, maar ook plezier en pret!
Met de start van de advent zou dat ook een vraag voor ieder van ons kunnen zijn: wat wensen we onszelf toe in deze periode van “uitkijken naar”? Waar verlangen we naar in deze duistere en soms zelfs akelige tijden? En aan welk geluk kunnen we zelf bijdragen?
Daarna bleven we wat stilstaan bij deze zin uit het evangelie: “Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan”. Meer bepaald welke woorden (of verhalen of beelden…) van Jezus ons spontaan voor de geest komen en die voor ons belangrijk zijn, misschien wel levensnoodzakelijk. Voor de één bleek dat het verhaal van de talenten, voor de ander het Lijdensverhaal, en voor nog een andere mama de woorden liefde, nederigheid en verdraagzaamheid. Onvoorwaardelijkheid ook. Iemand vermeldde de voetwassing tijdens het Laatste Avondmaal als uitdrukking van je klein maken in plaats van te willen heersen, en een ander de Troost die zij telkens ervaart doorheen Jezus’ woorden.
Opnieuw kan u, beste lezer, deze vraag binnenlaten, laten “bezinken” als het ware. Zoals een pluisje van de paardenbloem dat neerdwarrelt en misschien - hopelijk - in vruchtbare aarde neerkomt en zo leven mogelijk maakt.
Wat is uw pijler?
Als ik bij mezelf even stilsta, komt het woord vreugde in me op. Aan de ene kant voel ik me jubelen - ook nu, en misschien zelfs uitgerekend nu, in deze dagen die echoën als doemnis en onheil. Alsof ik niet anders kan. Aan de andere kant spruit het voort uit een “beslissing”. Ik ga voortaan het glas halfvol zien en niet meer halfleeg. Als een keuze dus. Vreugde ervaren als een opdracht. Kijken naar wat mij / ons als Christenen opbouwt, naar het goede en groeiende, naar het beloftevolle. Misschien is dat onze “roeping”. Ons telkens te verbinden met dankbaarheid en verwondering. Altijd opnieuw.
Nog meer verwondering toelaten, nog meer vanuit verwondering gaan bestaan. Een oneindige verwondering voor ieder wonder van het leven.
In het kleine de oneindigheid aanschouwen.
Een fijne en weldadige herbronning in deze bijzondere tijd!
Sophie Vanhaverbeke
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.