EEN TOEKOMST DROMEN

Jezus zegt toekomst aan: de Mensenzoon zal komen.

Als een kindje wordt geboren, hebben de ouders mooie dromen over de toekomst. Zelfs onder dreigingsniveau vier, terwijl soldaten met schietklare wapens door de straat trekken, dromen ouders van een mooie toekomst.

Dat doet Jezus ook. Hij ziet de tekenen van zijn tijd, en Hij kondigt de komst van de Mensenzoon aan. Lucas, de evangelist die we vandaag aan het woord horen, heeft de verwoesting van de tempel in Jeruzalem meegemaakt. Dat was toen een enorme ramp. Maar hij gelooft en kondigt aan dat de Mensenzoon op een wolk zal komen om de mensen te redden. Die droom is ook uitgekomen, want de Messias is verrezen. HIj heeft de dood overwonnen.

Als wij de tekenen van onze tijd zien, kunnen we angstig wegkruipen. Of we kunnen waakzaam zijn, rechtop gaan staan, de ogen en vooral ons hart openen om kansen te zien waar we onrecht kunnen ombuigen tot recht, kansen om van een tegenslag een gelukslag maken. Dat wil advent telkens weer zijn: schreeuwen naar de hemel en de redding van daar verwachten. Maar evenzeer: standhouden in moeilijke tijden, niet vluchten in hopeloosheid, maar standvastig geloven dat een nieuwe toekomst mogelijk is, dat elk kind op deze wereld mag of moet kunnen geboren worden in een samenleving die het alle kansen biedt.