Een stukje geschiedenis:
Op 12-11-1840 kocht pastoor Carolus Gowie een stukje grond in Leupegem en liet er een gebouw zetten waarin hij een zondagschool organiseerde. Toen alles goed draaide, besloot hij _ opdat na zijn overlijden of eventuele overplaatsing naar een andere parochie de school zou blijven bestaan _ grond, gebouw en inhoud te schenken aan de kerkfabriek.
Hij stelde hierbij als voorwaarden dat de schenking niet verkocht noch belast mocht worden en steeds als zondagschool moest gebruikt worden.
Op 24-12-1864 werd een wet gestemd, die bepaalde dat alle giften ten bate van het Lager Onderwijs geacht werden aan de gemeente geschonken te zijn. Die wet bleef hier, zoals praktisch overal, dode letter en de cursussen in de zondagscholen bleven doorlopen. Toen er in 1879 een nieuwe wet op het Lager Onderwijs gestemd werd, herinnerde men zich in Brussel de wet van december 1864 waarop er een ware heksenjacht op de zondagscholen werd geopend.
Burgemeester Octaaf Van der Eecken, zeer boos omwille van de milde schenkingen die suikertante Clothilde De Raedt aan de kerk schonk (ze had o.m. op eigen kosten de kloosterschool in de Vontstraat laten bouwen), zag nu de kans om zich te wreken. Hij liet de gemeenteraad verklaren dat in de zondagschool ook algemeen onderricht gegeven werd en in 1882 kwam het gebouw in handen van de gemeente, die het als magazijn te huur stelde.
In 1898, toen de katholieken terug aan de macht waren, vroeg pastoor Back om de zondagschool aan de kerkfabriek terug te geven. De gemeenteraad en de provincie gaven gunstig advies maar Brussel weigerde. Pastoor Back gaf de moed niet op en stelde voor de school terug te kopen. Het voorstel werd aanvaard en op 31 mei 1900 werd de koopakte getekend. Vijf maanden later werd de school plechtig heropend. 179 leerlingen schreven in en er waren 16 lesgevers.
Tijdens W.O. I werd het gebouw gebruikt door de bezettende troepen. Daarna werd de zondagschool overbodig door de wet op de schoolplicht tot 14 jaar. Wel werd gedurende enkele jaren het gebouw op zondagnamiddag opengesteld voor kinderen die daar wilden komen spelen. Af en toe werden verbeteringen aangebracht, vooral na dat ze ook tijdens W.O. II respectloos door Duitse troepen werd gebruikt. Het is echter pas bij de renovatie in 1997 dat de zondagschool een volwaardige parochiale feestzaal werd.