De zomer loopt op zijn laatste beentjes. Als ik richting Evere fiets liggen er al heel wat afgevallen bladeren op het fietspad. Vooral op de prachtige boomrijke laan waar home Roger Decamps in Evere ligt, valt het op hoe de herfstkleuren de overhand krijgen. Germaine Robberecht wacht me al op als ik aanklop op haar kamerdeur.
Ben je een geboren Brusselaar Germaine?
Germaine: neen hoor, ik ben geboren in Lubbeek iets voorbij Leuven in 1925. Ik ben dus bijna 92 jaar maar dit jaar woon ik al 70 jaar in Evere. Mijn moeder was van Pellenberg, mijn vader van Lubbeek. Mijn ouders hadden een kleine boerderij. Ze komen allebei uit een grote familie. Ik heb dus veel nonkels, tantes, neven en nichten maar veel zijn al overleden. Ik heb zelf één zus die 7 jaar jonger is en in de omgeving van Tienen woont.
Heb je nog veel herinneringen aan Lubbeek?
G.: ik heb veel meer herinneringen aan Brussel want ik heb Lubbeek heel jong verlaten. Ik was maar 15 jaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en door de oorlog ben ik vlug gaan werken, eerst wat poetsen hier en daar. Toen Leuven werd gebombardeerd kwam er een gezin uit Leuven in Lubbeek terecht. Die man was directeur bij de firma Remy in Wijgmaal. In 1944 verhuisden zij naar Brussel en ik ben met hen meegekomen. Ik was 19 jaar, kende nog geen woord Frans. Na 8 à 9 maanden moest ik terug naar huis want mijn moeder had op de boerderij een stamp gekregen van een koe. Ik moest mijn moeder gaan helpen om de koeien te melken. Er kwam op de boerderij geregeld een beestenkoopman. Hij had drie kinderen en één daarvan had een beenhouwerij op de Waterloosteenweg. Daar ben ik ‘winkeldochter’ geworden.
Ben je gehuwd en heb je kinderen?
G.: mijn man was beenhouwersgast bij de beenhouwerij rechtover de winkel waar ik werkte. In 1947 zijn we daar uitgetrouwd en bij mijn schoonouders ingetrokken. Dat is dit jaar dus 70 jaar geleden. Kort erna heeft mijn man een ongeval gehad op de Leuvensesteenweg. Hij had twee gebarsten wervels. Na een herstelperiode is hij met een melkronde begonnen. Ik was ondertussen in verwachting van ons eerste kind. Samen met een nonkel die een boerderij had in Leefdaal, hielden we varkens. Die werden vetgemest met afval dat mijn man mocht ophalen bij ministeries in Brussel. Toen dat contract afliep en die nonkel kwam te overlijden, is mijn man chauffeur geworden. Ikzelf werkte dan al bij een bakker dichtbij de avenue de Broqueville. Tien jaar heb ik er gewerkt, ook op zondag. Dat was moeilijk te combineren want ondertussen was ook onze tweede dochter geboren. De kinderen wilden mij graag meer thuis. Bij de Galeries Anspach kon ik halftime aan de slag. Dat heb ik zes jaar gedaan en daarna nog 11 jaar fulltime. Tot de Galeries failliet zijn gegaan en ik dankzij een speciale regeling vervroegd met pensioen kon. Toen de kinderen klein waren en hier in Evere school liepen, heb ik enorm veel hulp gehad van de zusters om hen op te vangen na de school. Op woensdagnamiddag gingen ze naar de ‘roodkapjes’ en op zondag naar de scouts. Onze oudste dochter Micheline heeft later humaniora gevolgd in Santa Maria in Zaventem. De jongste, Nicole ging naar Maria Boodschap en daarna naar de normaalschool. Ze werd kleuterleidster in het Heilig Hart van Maria in Evere. Toen ze trouwde heeft Hilde Vandenhoute, die nu directrice is van het Heilig Hart van Maria, haar vervangen. Ze kenden mekaar want ze zaten in dezelfde klas.
Dan heb je kunnen genieten van een rustig pensioen?
G.: spijtig genoeg is mijn man ziek geworden. In 1976 was hij al een eerste keer geopereerd. In 1994 is hij overleden. De laatste 5 jaar was hij meer in de kliniek Sint-Jan dan thuis. Drie maanden heeft hij op intensieve gelegen. Ik ben ondertussen al 23 jaar alleen. Na het overlijden van mijn man wilde ik vrijwilliger worden in de kliniek Sint-Jan maar omdat ik bijna 70 jaar zou worden, lag dat in die tijd moeilijk voor de verzekering. Ze stelden me voor iets te doen in de parochie. In het wassalon had ik mevrouw Suzanne Lekeu ontmoet. Via haar ben ik begonnen met ziekenbezoek. Dat deed ik heel graag. Sommige periodes deed ik er regelmatig 11. Ik bezocht ook heel wat mensen in verschillende homes in Evere (ook hier in home Decamps waar ik nu zelf verblijf sinds april 2015 en waar ik me onmiddellijk thuis heb gevoeld) en tot in Schaarbeek achter de Sint-Suzannakerk. Van de ‘conferenties’ op het vicariaat herinner ik me nog goed dat het heel belangrijk is een ‘luisterend oor’ te zijn. Ik heb dat altijd graag gedaan, tot het te moeilijk werd om de bus te nemen.
Van zowat alle verenigingen van de parochie ben ik lid geworden: niet alleen ziekenzorg, ook het zangkoor, het vriendenmaal, de gepensioneerden… Daar heb ik enorm veel aan gehad. Natuurlijk heb ik ook enorm veel steun van mijn twee dochters, mijn vier kleinkinderen en mijn 8 achterkleinkinderen. Het is hier in home Decamps open deur geweest en ze zijn met tien afgekomen!
Wat herinner je je nog het meest van de parochie?
G.: ik heb héél véél herinneringen! De tafels zetten voor het vriendenmaal, de ‘comptoir’ doen samen met Irma, het aperitiefje na de mis, de kaartnamiddagen en de koffietafel met taart voor de jarigen… Twee maal ben ik mee geweest naar Lourdes. Ik zat al in de rolstoel. Mariette en pastor Tony hebben me nog geduwd.
Natuurlijk ook het zangkoor. De repetities op vrijdag met An Faems en veel vroeger met Paul Delanghe. Zo herinner ik me nog heel goed een kerstliedje dat heel hoog moest gezongen worden. Paul was erg streng ; we moesten heel lang blijven oefenen tot het goed was. Zoveel goede herinneringen!
Beste Germaine, van harte bedankt om al die mooie herinneringen met ons te willen delen! Bedankt voor je jarenlange inzet voor de zieken uit onze gemeenschap! En dat je nog heel lang mag genieten van je welverdiende rust én van de partijtjes Rummikub met je medebewoners van home Decamps.
Ria V.A.