Op zondag 28 januari brachten vijf vormelingen samen met de misdienaars en pastoor Hans het licht tot bij het altaar. Dat licht zou de rode draad doorheen de viering worden.
Want overal waar Jezus kwam, vertelde hij over Gods droom en bracht Hij licht bij de mensen.
Soms is dat licht echter ver te zoeken. De kaarsen werden gedoofd tijdens het moment van inkeer.
Maar op de klanken van de vrolijke ‘alleluia’ kwam het licht terug tijdens het evangelie. Pastoor Hans bracht het vertellend en toegankelijk voor de kinderen. Over hoe Jezus overal diepe indruk maakte. Maar soms tegenstand ondervond, zoals van die ene man die schreeuwde en vol boze gedachten zat. Jezus liet zich echter niet overdonderen door zo’n kwade tong en trok verder en verder want het goede nieuws over Gods mooie droom was er voor alle mensen.
Tijdens de duiding verwees pastoor Hans voortdurend naar het beeld van de profeet. Wat had die in zijn hand? ‘Vuur!’ klonk het krachtig door de micro uit een kindermond. Inderdaad, een profeet is een lichtdrager en lichtbrenger. Hij draagt het goede voor zich uit en laat zich niet ontmoedigen bij tegenstand. Net zoals Jezus dus. Soms gaf Jezus wel eens een standje maar Hij deed dat nooit zonder een bemoedigend woord. Pastoor Hans had de volle aandacht van de kinderen toen hij 4 stippen op zijn hand tekende. Want ja, dat kenden ze wel: stop met pesten, stop met boos spreken. Kies voor het goede. Zo werd het wel heel concreet wat een profeet doet.
De eerste communicantjes mochten samen met mama en papa tijdens de voorbeden vooraan staan met hun doopkaars. Tijdens het Onze Vader vormden ze kring rond het altaar. Ze kregen hun Onze Vaderkaart van de vormelingen die in een tweede kring om hen heen stonden.
Als wakkerhoudertje was er een prachtig boekje in de vorm van een duim: kies voor het goede, word net zoals de profeten dragers van Licht’.
Bij het buitengaan verkochten de leerlingen van het 6de leerjaar Damiaanstiftjes. Ze geraakten ze bijna allemaal kwijt! Al heel even dus een kleine vervulling van Gods droom …