Het gaat in ons geloof om de ontmoeting met een persoon, niet om waarden of een verzameling voorschriften.
Joh 6,51-58
Sommige mensen kunnen van een iets een heel verhaal maken. Ze gaan ergens eten, een stukje vlees met een lekkere saus en frietjes, en ze vertellen er zo enthousiast over dat je zin krijgt om daar ook eens te gaan eten. En toch kan dat tegenvallen. Over eten of iets anders horen spreken, is soms heel anders dan het zelf proeven of meemaken.
Dat is wat Jezus wil zeggen. Je kunt over God veel vertellen en er mooie theorieën over maken, maar dan heb je hem nog niet meegemaakt. Je moet God ‘proeven’.
Ons geloof draait niet om een ideologie, een pakketje van normen en waarden. In het hart van het christelijk geloof staat een persoon. Die persoon is Jezus. Als we de persoon van Jezus losmaken van zijn woorden, en er een boodschap uit afleiden die we verkopen onder de noemer van ‘normen en waarden’, dan hebben we misschien wel iets moois, maar dan hebben we geen christendom meer.
Ons geloof staat of valt met de aanvaarding van de persoon van Jezus. Hem meemaken en ervaren, ‘eten en drinken’ – dat is verre van vanzelfsprekend. Daarom zijn wij hier bijeen in de eucharistie. Wij vieren de gemeenschap met Jezus en met de Vader. Wij worden zelf deel van de gemeenschap van de tafelgenoten.
Ik ben jaren geleden begonnen met adreskaartjes van restaurants waar ik zelf gegeten heb, bij te houden. Ik heb er nu al drie of vier! Maar zo’n kaartje zegt niet veel als je je niet herinnert hoe de maaltijd verlopen is. Zo geloven in Jezus als persoon, niet in wat anderen over hem zeggen en van hem maken. Hij is voor ons vlees en bloed, eetbaar, voelbaar.
