Eindelijk is het vakantie. We hebben er lang naar uitgekeken. Het is een tijd om even te ontsnappen uit de drukte van elke dag, om even te herleven en weer vrij te worden voor jezelf, voor de ander en voor de gans Andere. Het is het dagdagelijks ritme doorbreken, anders leven dan gewoonlijk en blij zijn om zovele kleine dingen waar je door het jaar misschien geen aandacht aan geeft. Het is wegtrekken uit je vertrouwde omgeving en openstaan voor nieuwe ervaringen. He is zomaar wat wandelen in Gods wijde natuur, op je rug in het gras liggen, kijken en luisteren naar de geluiden om je heen en doorheen dit alles de stilte proeven van Gods aanwezigheid. Vakantie is soms gewoon even de tijd nemen om een babbeltje te slaan met je buur, of ’s avonds laat in jouw tuin de zwaluwen zien overvliegen en kabaal maken, en daar intens gelukkig van worden. Het is soms ook meer naaste worden van de mensen die ons gegeven zijn, vrienden weer eens gaan opzoeken, bladeren doorheen oude herinneringen. Vakantie kan ook betekenen de handen uit de mouwen steken daar waar je nood om je heen ervaart, beroep op je laten doen voor duizend en één dingen, en hierom blij en dankbaar zijn. En zo kan vakantie een kuur zijn om stilaan te gaan beseffen dat we eigenlijk elke dag zo kunnen leven, en dat het dus elke dag van het jaar een beetje vakantie kan zijn.