Ik werk voor een organisatie, die actief is in de ontwikkelingssamenwerking. Onzeorganisatie, die Exchange heet, ‘uitwisseling’, bestaat 20 jaar en werkt in 5 Afrikaanse
landen. De opzet van ons werk is van privé-bedrijven in die 5 landen te ondersteunen.
Het zijn KMO’s met ambitie van groei, die voor werkgelegenheid zorgen. Wij sturen hun technici en experten, die hun zaak kunnen vooruithelpen.
Mijn bedoeling hiér is niet van u over de werking van Exchange te spreken, dat zal ik straks doen met een presentatie in de Kring.
In die landen van Oost en Zuidelijk Afrika is er een concept, dat uitgedrukt wordt met een eigen woord. In de Bantoe-talen, die daar gesproken worden, heet dat concept ‘Ubuntu’. Ubuntu draait om delen met anderen en streven naar goede relaties en letterlijk vertaald betekent het ‘ik ben, omdat wij allen zijn’ of ‘eenheid in menselijkheid’.
Voor ik drie jaar geleden op Afrika begon te werken, had ik nooit van ubuntu gehoord.
Nu kom ik het er overal tegen. Toen ik de eerste keer vroeg wat het betekende, zei mijn Zuid-Afrikaanse collega: ‘Ubuntu is onze religie.’ waarop ik vroeg of hij dan geen christen was en ik als antwoord kreeg: ‘Maar dat is Christendom, dat gaat over ubuntu.
Christendom, dat is verbondenheid tussen mensen en dat we als mens onszelf kunnenverwezenlijken als we delen met anderen en zorg dragen voor elkaar.’
Toen ik bij Exchange begon, had ik mij al afgevraagd waarin ondernemen in Afrika zou verschillen van ondernemen in het Westen. Ik verwachtte veel culturele verschillen natuurlijk en groot materiëel verschil in infrastructuur en technische kennis. Dat had ik op voorhand verwacht.
Maar die link met geloof, dat concept van ubuntu en de impact ervan op het leven van de Afrikaanse ondernemer, dat was onverwacht.
Het ging zo.
Ik was in Zuid-Afrika bij een producent van honing. Die ondernemer plaatst enkele duizenden bijenkorven bij arme families over een gebied groter dan België. We gingen met enkelen van zijn medewerkers een hapje eten en aan tafel vroeg de baas mij plots of ik het tafelgebed voor het eten wou uitspreken. Dat was me nog nooit overkomen en ik kan u verzekeren dat het een beetje ongemakkelijke improvisatie geweest is.
En nog in Zuid-Afrika, verleden december, had ik een hele namiddag doorgebracht bij een organisatie, die alleenstaande moeders aan werk helpt, die hen originele toeristensouvenirs laten haken en maken. De werksessies werden spontaan afgesloten met zang en gebed en een hele uitleg door een Afrikaanse vrouw over de betekenis van
Kerst.
Maar het gaat verder dan deze uitdrukkingen van geloof.
Hoe gebeurt dat dan?
Er is een fietsenwerkplaats in Mozambique, die we met Exchange ondersteunen, de enige in het hele land. Dat atelier stelt ongeveer 50 mensen te werk op een oppervlakte van de grootte van dit kerkgebouw. Tussen die werknemers telde ik niet minder dan 6 vegers, die de hele dag in de weer zijn om de werkplaats schoon te vegen. Ik wist zeker,
met mijn Westers idee van efficiëntie, dat één veger zou volstaan. Maar wat blijkt? De vegers zijn mensen met een geestelijke beperking, die zonder job de hele dag doelloos zouden ronddwalen. Die zes jobs zijn gecreëerd door de ondernemer om aan die mensen de meerwaarde van een sociale en werkomgeving te geven. Anders stonden ze op straat.
Een meubelatelier, waarmee we samenwerken in Rwanda, geeft dan prioritair en uit eigen beweging jobs aan wezen en nazaten van slachtoffers van de genocide.
Een ander bedrijf, ook in Rwanda, dat zonnepanelen installeert, doet dat met technici uit een reintegratie-programma voor jonge delinquenten, die ze zelf vorming geven.
En die ondernemingen, die ondernemer in fietsen, in meubels, in zonnepanelen, die doen dat spontaan, vanuit hun maatschappelijke rol, vanuit hun geloof en vanuit het concept van Ubuntu, dat zegt ‘wij voelen ons pas volop mens, als de anderen dat ook zijn’.
Er zijn ontzettend veel voorbeelden van solidariteit in Afrika, ook op het niveau van de staten zelf.
Rwanda bijvoorbeeld, vergelijkbaar met ons land qua oppervlakte en inwonertal, heeft in 2019 evenveel vluchtelingen en asielzoekers opgevangen als ons land, vooral uit de buurlanden Boeroendi en Congo. Al die mensen krijgen én verblijfsvergunning én werkvergunning. Onmiddellijk. In Rwanda!
Zuid-Afrika vangt dan ieder jaar 200.000 op uit de buurlanden. De totale interne Afrikaanse migratie is vele malen groter dan die van de overtocht naar Europa, waarvan we wel iedere dag beelden zien op televisie. En al die Afrikanen worden in Afrikaanse landen opgevangen.
Solidariteit of mag ik nog eens zeggen barmhartigheid, is geen vaag begrip in het Afrikaans economisch leven. Het zit ingebed in de wereld van ondernemen en wordt onderhouden en versterkt door de sociale cultuur en het geloof van de Afrikaanse ondernemer.
Persoonlijk denk ik dat het goed zit met Afrika voor de komende decennia, in tegenstelling tot het beeld van problemencontinent dat we er meestal van krijgen in onze media.
Na drie jaar werken met Afrikaanse ondernemers en een tiental reizen ter plaatse ben ik realistisch optimistisch. De sterke sociale banden en actieve geloofsovertuiging zullen daarin zeker een positieve rol spelen. De Afrikaan zelf staat er in tegenstelling tot de westerling veel minder alleen voor en het cement van de sociale structuur en die van de geloofsgemeenschappen is er heel sterk.
Sterker nog, misschien keren de rollen ooit om en krijgen wij uit Afrika, waar we zelf minder voor zorgen. Bijna 5000 priesters en religieuzen zijn in 2019 uit Zwart Afrika naar Europa overgekomen, de omgekeerde missionering. Ik zou hopen dat ze hier ook kunnen helpen geloofsgemeenschappen te ondersteunen met de Afrikaanse overtuiging
van geloof en ubuntu.
Frank Foulon
Voorsteling Exchange vzw