Guido Vanheeswijck legt in dit filmpje veel nadruk op het geloof dat je hebt doorgekregen van een vorige generatie en dat je zelf weer doorgeeft aan een volgende generatie. Geloof is een van de weinige vormen van cultuur (bijvoorbeeld sport, muziek, …) die zo sterk door de intergenerationele overdracht wordt bepaald. Vooral het gezin is de eerste plaats waar kinderen in aanraking komen met het geloof of er een zekere openheid voor kunnen ontwikkelen. Niet alleen de ouders spelen hierin een rol, maar ook de grootouders. Vaak besteden grootouders meer dan ouders aandacht aan religieuze gebruiken en aan geloofsinhoud in de relatie met hun kleinkinderen. Geloofsopvoeding mag zich niet enkel beperken tot ouders-jonge kinderen of grootouders-kleinkinderen. Ook gesprekken over geloof en opvoeden tussen ouders en grootouders kunnen bijdragen tot het doorgeven van geloof.
Door deze gesprekken kunnen ouders zich meer bewust worden van hun loyaliteit tegenover hun ouders. Wat neem je, ook op gelovig gebied, mee van je ouders en waar zet je je tegen af? Door je als ouders bewust te worden van je eigen (gelovige) relatie met je ouders, wat je van hen hebt meegekregen, ga je ook de gelovige opvoeding van je eigen kinderen vrijer en bewuster vorm geven. Toch is het ook in deze relaties niet altijd even evident om geloof door te geven. Het gezin mag zeker niet gezien worden als de heiligmakende plaats waar de geloofsopvoeding moet gebeuren. Ook in andere contexten en relaties kan en mag geloof ter sprake komen en worden doorgegeven.
Bron: A. Dillen, Geloof in het gezin? Ethiek, opvoeding en gezinnen vandaag, Leuven, LannooCampus, 2006, p. 126-128.
In dit fragment verwijst Guido Vanheeswijck naar Vaclav Havel en zijn boekje Poging om in de waarheid te leven. Vaclav Havel (1936-2011) was een Tsjechisch toneelschrijver en politicus. Hij was de laatste president van Tsjecho-Slowakije (1990-1992) en de eerste van Tsjechië (1993-2003). Het boek Poging om in de waarheid te leven dateert van voor hij president was. Poging om in de waarheid te leven is een politiek getint essay over de dissidentenbeweging Charter 77, een beweging die de Tsjecho-Slowaakse overheid wees op schendingen van mensenrechten. Deze beweging kreeg veel erkenning en steun in de westerse wereld. Havel was het boegbeeld van de Fluwelen Revolutie en een echte vrijheidsstrijder. Vrijheid was voor hem heel belangrijk omdat de waarheid volgens hem niet zonder vrijheid kan. Havel is tegen het opleggen van een ideologie omdat het een misleidende manier is om met de wereld om te gaan. Het zorgt ervoor dat we leven in een illusie en legt een zekere waarheid op aan de mensen. Een afgedwongen waarheid, zo stelt Havel, is tegenstrijdig aan zichzelf. ‘Leven in de waarheid’ betekent dat het open karakter van de vrijheid altijd moet gerespecteerd worden. Dit open karakter van vrijheid is de verantwoordelijkheid van ieder individu voor de vrijheid van iedereen. Vrijheid en verantwoordelijkheid moeten we zelf beheren. Wanneer we ze uit handen geven aan een ideologie, een staat of systeem, dan gaat onze individuele en onvervangbare menselijke waardigheid verloren. De enige manier om authentiek te zijn is ‘leven in de waarheid’, wat dan volgens Havel betekent dat je je moet afzetten tegen heersende ideologieën.