Op de Georges Henrilaan in Sint-Lambrechts-Woluwe ligt het Koninklijk Instituut Woluwe, bij de plaatselijke bevolking beter bekend als ‘het Blindeninstituut’. Via zoom spraken we met een leerkracht van het K.I.W, Els Philips. Zij vertelt ons meer over deze grote campus.
Sinds wanneer geeft u les aan het K.I.W.?
Els : In 2013 ben ik overgestapt van Don Bosco Woluwe naar het Koninklijk Instituut voor Doven- en blinden. Ik vond dat het tijd was voor een nieuw project en ging in eerste instantie op zoek in en rond mijn eigen gemeente. Het K.I.W. sprak mij aan omdat ze er werken met kleine groepen. Deze manier van werken laat toe om een persoonlijke band met je leerlingen op te bouwen en op die manier de vinger aan de pols te houden over wat leeft bij de jongeren. Tegelijk heeft deze nauwe band impact op jezelf als persoon: tussen 2013 en nu ben ik enorm gegroeid in mijn manier van lesgeven, onder andere dankzij de jongeren. Zij dagen mij elke dag opnieuw uit om het beste van mijzelf te geven.
Ik heb aanvankelijk even getwijfeld, omdat ik nog geen ervaring had in het Buitengewoon onderwijs, maar tot nu toe kan ik alleen maar concluderen dat het vooral een school is met buitengewoon fijne leerlingen en collega’s. In onze school zijn 2 afdelingen: Iris (leerlingen met een visuele beperking) en Prisma (leerlingen met een autismespectrumstoornis). Dat ik in beide afdelingen werk, is wel een uitdaging, maar tegelijk een rijkdom.
Welke leeftijd hebben uw leerlingen dan?
E.: Mijn jongste leerlingen zijn ongeveer 14 jaar en zitten in het tweede jaar van het secundair onderwijs, terwijl ik ook bij de oudere leerlingen kom, in het vijfde jaar.
Ik vind het een enorm privilege dat ik vanop de eerste rij deze jongeren mag volgen van hun puberteit tot ze bijna volwassen zijn. Voor onze gasten is dit een intense periode, maar het zijn vaak ook prachtige jaren. Na een schoolvakantie bijvoorbeeld zijn ze vaak enorm veranderd en zowel fysiek als mentaal gegroeid. Als leerkracht moet je je dan soms wat aanpassen aan hun nieuwe graad van autonomie.
Welke lessen geeft u?
Els: Ik geef communicatieve vaardigheden en P.A.V. aan de leerlingen die Kantoor volgen in de B-stroom en ook Engels in het tweede jaar van de A-stroom. De A-stroom bereidt leerlingen voor op verdere studies, terwijl de jongeren in de B-stroom rechtstreeks klaargestoomd worden voor de arbeidsmarkt. Onze leerlingen in de opleiding Kantoor doen vanaf het vijfde jaar stage aan het onthaal van diverse bedrijven, scholen en V.Z.W.’s. Ik leer hen op een correcte manier telefoneren, gesprekken voeren, uitnodigingen en brieven opmaken, … terwijl ze hierbij gebruik maken van de nodige hulpmiddelen. Blinde leerlingen gaan bijvoorbeeld aan de slag met hun brailleleesregel (in combinatie met een laptop). Dit geweldige apparaatje leest tekstbestanden uit en geeft deze onmiddellijk weer in braille. Leerlingen met bepaalde leerstoornissen (dyslexie, dyspraxie) werken ook op de laptop, zodat ze gebruik kunnen maken van software om hen te ondersteunen bij het schrijven.
Hoe lang is de school al in Woluwe gevestigd?
Els: Onze school heeft een hele geschiedenis en is gestart als tweetalige blindenschool in 1835 in het centrum van Brussel. In 1878 is ze al naar Woluwe verhuisd. In de jaren die volgende veranderde er heel wat: een splitsing tussen de Franstalige en Nederlandstalige afdeling, de oprichting van een afdeling in Huldenberg (Ganspoel), het toevoegen van nieuwe doelgroepen (doven, slechthorenden, A.S.S.) Onze campus huisvest veel verschillende afdelingen. Zo is er een kinderdagverblijf dat zowel open staat voor kinderen met als zonder beperking en dat vanuit de inclusieve gedachte. Daarop aansluitend wordt er Buitengewoon onderwijs aangeboden voor kinderen en jongeren van 3 tot 20 jaar, met daaromheen diverse begeleidingsdiensten en een internaat.
Tot slot vind je op Campus Woluwe ook nog een maatwerkbedrijf, waar volwassenen die het moeilijk hebben op de gewone arbeidsmarkt begeleid worden. Hun specialiteiten zijn mailing en administratie, handverwerking, verpakking en zelfs groendienst!
De afdeling waar ik werk, is dus slechts een klein deeltje in het geheel.
Hoeveel leerlingen zijn er op school?
E.: op de hele campus en Campus Ganspoel samen? dat moet ik eerst navragen, maar in het BuSO Woluwe alleen al zijn er ongeveer 100 leerlingen. Ze komen met busjes uit heel Vlaanderen, zelfs van Willebroek en Aalst. In Vlaanderen zijn er niet veel scholen waar blinden en slechtzienden secundair onderwijs kunnen volgen binnen OV4. Hier leren de jongeren zelfstandig werken en wonen.
We bieden op de campus ook secundair onderwijs binnen OV1 aan. Dit betekent, dat de jongeren onderwijs op maat krijgen.
Hoe verloopt het lesgeven nu in deze coronatijd?
E. : deze periode is voor niemand evident, maar voor onze jongeren “met een rugzakje” is het allemaal extra belastend. In de basisschool hebben de collega’s die bij kinderen met een auditieve beperking staan vrij snel zelf een transparant mondmasker ontworpen. Deze kinderen zijn nog volop aan het leren liplezen, gesloten mondmaskers waren dus een ramp voor hen.
Voor leerlingen met autisme zijn de mondmaskers ook zeer onaangenaam. Ze hebben het vaak moeilijk om de gevoelens van anderen in te schatten. Wanneer de mimiek van hun gesprekspartner verstopt zit achter een mondmasker, wordt het extra moeilijk. Ook de permanente prikkels van het masker op hun gezicht kunnen wel eens teveel worden. Leerlingen kunnen dan een korte time-out nemen, om buiten de klas op een veilige manier even hun mondmasker uit te doen en tot rust te komen.
Sommige leerlingen met ASS hebben nood aan voorspelbaarheid, wat niet makkelijk te realiseren is wanneer de maatregelen regelmatig veranderen. Ook het wegvallen van de schoolse structuur tijdens het afstandsonderwijs blijft een uitdaging voor velen. Anderen zijn net blij met het thuiswerken omdat ze dan op eigen ritme kunnen werken.
In het bijzonder in deze moeilijke periode bewonder ik al onze jongeren, ze blijven ervoor gaan.
Een andere moeilijkheid: hoe kunnen blinden en slechtzienden voldoende afstand houden?
E.: dat is inderdaad erg moeilijk. Om blinde leerlingen toch op een veilige manier te kunnen begeleiden, worden handschoentjes ter beschikking gesteld. Ook zijn er strikte procedures voor het ontsmetten van handen en lokalen voor en na elke les.
Dus voor u als leerkracht zijn er ook grote aanpassingen?
E. : we missen vooral de contacten in de leraarskamer. We zien elkaar veel minder, doordat onze tweede en derde graad afwisselend thuisonderwijs krijgt. Als je een moeilijk moment in de klas meemaakt- al dan niet online-, kan je minder opgevangen worden door je collega’s. Dat is heel jammer. Op het vlak van ICT hebben wij dan weer enkele stappen vooruit gezet. Leerlingen gaven eind vorig schooljaar aan dat ze het werken met instructiefilmpjes zeer positief vonden. Dat zijn zaken die we moeten vasthouden voor later.
Wat is voor u het belangrijkste verschil tussen les geven in uw school of in een andere school? Wat geeft u de meeste voldoening?
E. : ik leer van mijn leerlingen. Ze maken mij rijker als persoon. Ik leer de wereld beter begrijpen, waarom mensen doen wat ze doen. Ik ben een pak bedachtzamer geworden. Ik zal eerst nadenken en mezelf in vraag stellen. Mijn leerlingen leren me ook nederig te zijn. Het leven is voor hen tien maal zwaarder dan voor mij. Onze wereld zou mooier zijn als we die zouden zien door de ogen van onze jongeren en als we met hen meer rekening zouden houden, als wij ons wat meer zouden aanpassen aan hen dan omgekeerd.
Ons instituut houdt een band met alle leerlingen ook als ze afgestudeerd zijn. Ze kunnen altijd een beroep doen op ondersteuning, indien nodig. Wij willen dat het goed met hen gaat. Soms is het moeilijk om hen los te laten maar toch moeten we na hun studies kunnen zeggen ‘Hier laat ik je gaan’.
Beste Els, van harte bedankt voor de inkijk die je ons en onze lezers hebt gegeven. Jij bent een heel gedreven en toegewijde leerkracht. Alle respect voor jou, je collega’s én je leerlingen want jullie verdienen het!
Pastor Chris en Ria V.A.