Devotie tot de Heilige Nicolaas van Tolentijn II | Kerknet
Overslaan en naar de inhoud gaan

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
kerknet
  • Hulp
  • Startpagina portaal
  • Mijn parochie
  • Aanmelden of registreren
Menu
  • Startpagina
  • Kerk
  • Vieringen
  • Shop
  • Zoeken
P.E. Sint-Jakob Tielt-Pittem-Dentergem

P.E. Sint-Jakob Tielt-Pittem-Dentergem

  • Startpagina
  • Contacten
  • Zoeken
  • Meer
    • Zoeken
    • WELKOM
      WelkomHet teamPatroonGDPR
      KERKEN
      St.-Pieter TieltSt. Martinus AarseleO.L.V. PittemO.L.V. en St.-Stefanus DentergemSt.-Petrus en St.-Catharina WakkenO.L.V. TieltSt.-Jozef-Werkman TieltO.L.V.-Geboorte SchuiferskapelleSt.-Bavo KanegemSt.-Germanus EgemSt.-Amandus en St.-Lucia MarkegemSt.-Martinus Oeselgem
      VIERINGEN SACRAMENTEN/RITUELEN
      DoopselEerste communieVormselHuwelijkZiekenzalvingUitvaart
      NIEUWS ACTIVITEITEN IN DE PE WEEKAGENDA KERKEN PE WERKGROEPEN
      DiaconieGebed en liturgieCommunicatieVerkondiging en catecheseEconomische adviesraad
      GROEPEN
      Koren
      DEVOTIES - SPIRITUALITEIT CONTACTGEGEVENS
      ContactgegevensNieuwsbrief PEKerk&LevenFacebookLinksInstagram

Devotie tot de Heilige Nicolaas van Tolentijn II

icon-icon-artikel
Gepubliceerd op dinsdag 9 maart 2021 - 14:35
Afdrukken

De meeste info hieronder komt uit een boekje van J. Samyn: 'Het wonderbaar leven van St-Niklaais van Tolentijn'

3 Van zijne heilige dood en hoe allerhande kwalen door zijne voorspraak genezen
Met Gods gratie, was Niklaais rijk in deugden en verdiensten in de oogen van God en van de menschen geworden. Eenige dagen voor zijne dood, deed hij al de Paters van ’t klooster tot bij zijn sterfbed komen: “Ik vraag u, broeders, sprak hij, uit ganscher herten vergiffenis over ’t kwaad dat ik u, zonder te weten, zou kunnen gedaan hebben. Ik bid u, Pater Prior, ontsla mij van al mijne zonden en geef mij het H. Lichaam van onzen Here Jesus te nutten, opdat ik door die heilige reisspijze versterkt, niet valle langs den steilen weg die naar het Vaderland leidt. ”Daarna ontving hij de sacramenten met den meesten eerbied en tot groote stichting van al zijne broeders. Al de kloosterlingen waren verwonderd over de blijdschap die in zijne woorden en op zijn wezen doorstraalde, en eens dat die blijdschap grooter scheen dan te voren, vroegen ze hem waarom hij toch zoo uitdermaten blijde was.“ ’t Is dat God, zei hij, ’t is dat mijn Heer Jesus-Christus mij is komen bezoeken met zijne H. Moeder en onze Vader Augustinus en mij gezeid heeft: “Heb moed, goede en getrouwe dienaar, ga binnen in de vreugde van uwen Heer! ”En de Paters, denkende dat de dood nakende was, knielden rond het sterfbed en baden. De Heilige hield zijne handen te samen, en zijne oogen gevestigd op een zilveren kruis, dat hij met de aalmoesen van brave christenen voor de kapel doen maken had, en zei: “Heer, in uwe handen bevel ik mijnen geest!” Het waren zijne laatste woorden, en zijne ziel vloog naar God ten hemel. Dat was den 10 September 1305, en de Heilige was in zijn zestigste jaar. Er ware geen ende aan, wilden wij al de mirakels die na zijne dood door zijne voorspraak geschiedden, vertellen. Alle dagen gebeurden er een groot getal, en in de Bulle van Canonisatie alleen, staan er 301, die als ware en echte mirakels door de Kerk aanveerd en gekeurd zijn.
Hier en daar zullen wij een uitzoeken en in ’t korte vertellen. Een man die doofstom geboren was, wierd tot bij het graf van den Heilige geleid en bad er met groot geloove en groote godsvrucht. Eensklaps springt hij recht en zegt met luider stemme: “Ik dank u, heilige Niklaais, omdat gij mij van mijne kwale verlost hebt.”
Te Florencië, in de kerk van den H. Geest, hadden de PP. Augustijnen een beeld van den H. Niklaais geplaatst, en honderden zieken kwamen er hunnen toevlucht nemen tot den Heilige. Voor de deur zat er sedert langen tijd een bedelaar, die lam was aan arms en beenen. Men droeg hem dagelijks tot voor de kerke. Eens ging hem een Pater Augustijn voorbij: “Vriend, waarom en vraagt gij uwe genezing niet aan den H. Niklaais? Vraag ze hem en gij zult ze voorzeker bekomen!” Vol hoop en berouwen laat de bedelaar zijne krukken vallen en roept: “H. Niklaais, help mij!” en zie, zijne beenen rechten, het leven keert in zijne lamme leden weêr, en hij is geheel en gansch genezen. Een blinde had groot betrouwen in den heiligen Niklaais. “Kan ik ooit zijn graf genaken, zei hij ik al genezen zijn!” Hij trok dan naar Tolentino, over dat hij kon, de menigte volgende die den heiligen man ging vereeren. ’t Wierd nacht en de blinde ging onder eenen olijfboom uitrusten. Te midden zijnen slaap wierd hij al med’eens wakker; hij zag in eene groote klaarte al wat hem omringede, en als ’t dag geworden was, liep hij vol blijdschap en erkentenis naar Tolentino, om op ’t graf van den Heilige, God te bedanken, die hem het gezicht wedergegeven had. Zanulus, een jongen van Macerata, was dood en ging in de kist geleid worden om naar ’t kerkhof gedregen te zijn, als zijne moeder, Niva Cordi, den H. Niklaais aanriep en eene belofte deed te zijner eere. Haar gebed was ter nauwernood gedaan, of Zanulus kwam tot het leven weêr, gaaf en gezond. - De gelukzalige Jordaan van Saxen, een tijdgenoot van den Heilige, telde reeds te zijnen tijde, twintig dooden die door de voorspraak van den H. Niklaais tot het leven verrezen waren. Een man van Monte-Ortona wierd eensdaags langs eenen weg door zijne vijanden overvallen.“ Och! Sprak hij, eer gij mij van ’t leven brengt, haalt eenen priester en geeft mij den tijd om mijne biecht te spreken; ik vraag het u om de liefde van God en van den H. Niklaais!” Maar zijn smeeken hielp niet: de onbermhertige en wreede lieden staken hem dood en wierpen zijn lichaam in eene bronne van kokende water, die niet verre van Monte-Ortona uit den grond spruit. Als het lichaam daar nu acht dagen in de diepte gelegen had, verscheen de H. Niklaais aan den boord en riep den vermoorde met Gods macht wederom in het leven. Hij geleidde hem tot aan de deur van zijn huis, en groot was de blijdschap van vrouw en kinders, als zij dezen die sedert acht dagen verdwenen was en dien zij dood meenden, weêr levend in hun midden zagen. De man deed eenen priester halen, biechtte, ontving de H. Sacramenten, miek zijn testament, vertelde de wonderheden die hem voorgevallen waren en stierf eenige uren nadien, den H. Niklaais lovende en dankende.
In 1447 gebeurde er te Venetië een ander mirakel. In het klooster der Augustijnen waren er dan, acht dagen lang, luisterlijke diensten ter gelegenheid der Canonisatie van den H Niklaais. Nu, binst die dagen zoo viel er een kind in de onstuimige vaart. De schippers duikelden in den diepen, doch kwamen ijdelhands terug. En de moeder, die van de mirakels van den H. Niklaais hooren prediken had, aanriep hem met gezucht en getraan. En zie, rond den avond kwam het kind uit het water levende tevoorschijn, en naar zijne moeder loopende, die met veel ander volk aan de vaart stond, riep het uit in blijdschap: “O moeder, geheel den dag heb ik bij eenen Broeder geweest, die in ’t zwarte gekleed was en blonk van schoonheid, en die mij troostte en met welbehagen lief koosde!” De moeder verstond dat hare gebeden verhoord waren en dat zij het leven van haar kind aan den H. Niklaais te danken had. Mizulus en Vannes, twee gebroeders van de stad Osimo, waren valschelijk beschuldigd van eene moord bedreven te hebben en wierden ter dood veroordeeld. Onschuldig zoo zij waren en in dien uitersten nood, aanriepen zij den H. Niklaais. Vannes wierd de eerste aan de galg gehangen. Vier dagen nadien trokken de beulen naar de galg waar Vannes blijven hangen was, om aan Mizulus hetzelfde lot te oden ondergaan. En hoe verwonderd stonden zij te kijken, als zij vonden dat Vannes, dien zij dood en reeds aan ’t rotten dachten, vol leven nog aan het strop hing! De onschuld der broeders wierd herkend en beide wierden losgelaten.
Eens, op Allerheiligen, wierden er 45 zieken, in éénen keer, mirakuleus genezen bij het graf van den wonderbaren dienaar des Heeren. Koortsen, vallende ziekten, kanker, hertziekten, keel- en hoofdpijn, honderd andere kwalen genazen mirakuleus door zijne voorspraak. Geen mensch kan al die wonderen vertellen.
 

4 Van het gewijd brood van st-niklaais

De heilige Niklaais te Tolentino zijnde, lag eens ziek te bedde, afgemat en als 't ware op sterven. Met grooten eerbied en godsvrucht aanriep hij zonder op houden de H. Maagd. Zekeren nacht ontwaakte hij uit zijnen slaap en zag voor hem eene Vrouw, die blinkend van licht en klaarheid, hem met welbehagen bekeek. “Ik ben, sprak zij, de Moeder van uwen Verlosser, de H. Maagd Maria; zend iemand, in die strate, bij die rijke vrouw, om een brood te vragen, in Gods name; neem een deel ervan, doop het in water en eet het op, en gij zult genezen zijn.”
Niklaais riep den ziekedienaar, en zonder van ’t visioen te spreken, zond hij hem dat brood vragen in Gods name. De heilige deed wat O.L. Vrouw gezeid had en kreeg aanstonds de gezondheid weder. Met het overige van ’t brood genas hij zelf veel andere zieken, en van daar komt het gebruik van het gewijd brood van den H. Niklaais. Ontelbaar zijn de mirakels die men aan ’t gewijd brood te danken heeft. In 1349 ontstond er te Bonoië, in Italië, zoo een schrikkelijke brand dat er geen blusschen aan scheen. Een Pater Augustijn wierp een gewijd broodje in de vlammen, en het vuur doofde uit alsof er door het branden huis een waterstroom zou gespoeld hebben. – Menige andere zulkdanige mirakels staan bij de Bollandisten vermeld. Joseph-Clemens, hertog van Beieren en prins van Luis, bekwam op mirakuleuze wijze de gezondheid door het gebruik van ’t gewijd brood. Daarvan geeft hij zelf getuigenis in een stuk gedagteekend uit Rijsel, den 17 September 1704.
In de haven van Genua lagen een groot getal schepen, en de zee was zoo onstuimig, dat er voor vele gevaar was van te vergaan. Men wierp gewijd brood in de haven en de zee stilde. Dona Baldege, vrouw van den onderbevelhebber der citadelle van Antwerpen, was doodelijk gekwollen van kwaadaardige koortsen. Zij nam van ’t gewijd brood en wierd wonderlijk genezen. Dat gebeurde den 10 September 1608. In 1606 ontstond er te Corduba, in Spanje, eene schrikkelijke pestziekte die menigeen naar het graf sleepte. Vele menschen gebruikten het gewijde brood en wierden genezen.
Omtrent de honderd mirakels wierden door de geestelijke overheid opgeschreven en als waarachtig door den Bisschop onderteekend. In 1634 brak de peste los te Gent. De sterfte was buitengewoon; maar iets dat iedereen met reden verwonderde, was dat de menschen die in ’t kwartier van de Paters Augustijnen woonden, van die ziekte teenemaal ontslegen bleven en geen enkel geval van peste gewaar wierden. Waarbij kwam dat? Pater de Tombeur, een geleerde Augustijn van Gent, verhaalt dat die menschen gewijd brood van St-Niklaais aten en hun gewoonlijk brood insgelijks hadden doen wijden door de PP. Augustijnen. Veel andere menschen wierden door het gebruik van ’t gewijd brood op wonderbare manier van de pest genezen. Dat wonder gebeurde hetzelfde jaar ook te Brugge.
Te Edinghen (Enghien) in Henegouw, was de pest ook in de stad gevallen ten jare 1672. Alle middels om de ziekte te doen ophouden bleven vruchteloos, en geen huis bijna waar men geene dooden telde. De inwoners namen van ’t gewijd brood en deden eene processie met het beeld van den H. Niklaais, dat zij godvruchtig en vol betrouwen rond de straten der stad droegen. Dien zelfden dag staakte de pest, al de zieken genazen en geen enkel nieuw geval wierd men gewaar.
–Lange jaren deden de Edinghers uit dankbaarheid eene luisterlijke processie ter eere van den H. Niklaais, en nu nog, al zijn de Paters Augustijnen weg, is de wonderbare Heilige niet vergeten. De processie wordt niet meer gedaan, ’t is waar; maar jaarlijks nog viert men luisterlijk de octave van St-Niklaais.
In 1849 heerschte de schrikkelijke cholera te Antwerpen. De inwoners riepen naar den H. Niklaais om hulpe; dertig duizend gewijde broodjes wierden uitgedeeld; men deed eene solemneele processie met het beeld van den Heilige, en van dien zelven dag staakte de ziekte. Ontelbare moeders, in barensnood, behielden op wonderbare wijze hun leven en dat van hun kind, met eenige gebeden te lezen ter eer van den H. Niklaais en met van het gewijd brood te eten. Menige gevallen staan bij de Bollandisten (Tom. III. Sept. 735) eerbiedig aangeteekend.
De geleerde Pater Bollandist C. Suyskens, die een merkweerdig werk over het leven van den H. Niklaais geschreven heeft, vertelt van zijn eigen zelven het volgende.“ ’t Is met de rechtzinnigste waarheid, zegt hij, dat ik dit getuige. Ik was van Roomen wedergekeerd en ik had er betrapelijke pestkoortsen van medegebracht, die elkendeen van mij verre weg hielden. Ik was dan in
’t collegie te Perouse, deerlijk van alle menschen verlaten. In dien uitersten nood riep ik naar den H. Niklaais om hulpe en ik at met godsvrucht van het brood dat men t zijner eere wijdt. Wonderbaar dingen! Onmiddellijk gevoelde ik mij van alle ziekte ontslegen.
”Een edelman van Corduba had groote sterfte onder zijne peerden, koeien, enz. Geene hulp in de natuurlijke middels vindende, zond hij 50 potten olie, om de lampe te onderhouden die voor het beeld van den Heilige brandde, en gaf aan de zieke dieren gewijd brood te eten. Terstond wierden ze alle genezen. Met reden dus mag een schrijver zeggen: “Dat brood verlost van alle kwalen... en er gaat geen dag voorbij zonder dat het een groot getal mirakels uitwerke.”

Gepubliceerd door

P.E. Sint-Jakob Tielt-Pittem-Dentergem

Meer

Artikel

Deel dit artikel

Deel op Facebook
Deel op Twitter
Deel via e-mail

Lees meer

buitenzicht Sint-Pieterskerk
readmore

Sint-Pieterskerk Tielt

icon-icon-artikel
Hoe ondersteun je dementerenden? © Freepik
Lees meer

Ethiek van euthanasie bij vergevorderde dementie

icon-icon-evenement
Belgische jongeren - WJD Portugal 2023 © Don Bosco
readmore

Jaarrapport van de katholieke Kerk in België 2024

icon-icon-persbericht

Recent bezocht

Bekijk je recent bezochte microsites, auteurs en thema's
© 2025 Kerk en Media vzw
Vacatures
Contact
Voorwaarden
YouTube
Twitter
Facebook