Het woord vormen komt uit het Latijn. Het betekent bevestigen. Als je je laat vormen, geef je aan dat je het goed vindt dat je ouders je hebben laten dopen en Eerste Communie hebben laten doen. Je ouders hebben ervoor gekozen om jou bij de Rooms-Katholieke Kerk te laten horen. Nu kun jij deze keuze zelf maken.
Het Vormsel is dus eigenlijk een vervolg op het Doopsel. Bij het Doopsel word je gedoopt met water. Ook word je gezalfd met olie. Tijdens het Vormsel word je ook gezalfd. Dit gebeurt door de Bisschop of zijn plaatsvervanger. Daarom is het anders dan de zalving, die je kreeg, toen je gedoopt werd.
Het vormsel verwijst naar het doopsel. 'Confirmeren' betekent bekrachtigen, bevestigen. Het vormsel bekrachtigt het doopsel. Meer nog: het vormsel bekrachtigt en ontvouwt de Geest die in het doopsel gegeven werd.
Is het doopsel het sacrament van Pasen, dan is het vormsel het sacrament van Pinksteren. Op die dag drijft de Geest de apostelen naar buiten. Zo ontvangen de vormelingen de zeven gaven van de Geest om hun verantwoordelijkheid in de kerk op zich te nemen. Het sacrament van het Vormsel wordt toegediend door de bisschop of door zijn afgevaardigde.
Om het sacrament van het vormsel te kunnen ontvangen moet men gedoopt zijn, in de loop van het jaar 12 jaar worden, de voorbije twee jaar, op school, Rooms-Katholiek godsdienstleer gevolgd hebben en de parochiale vormselcatechese meemaken.