Commentaar
Op weg naar het einde - weerloos en geweldloos!
Op Palmzondag worden we betrokken in een overrompelend drama. Niemand kan onbewogen naar deze teksten luisteren. Een ontluisterend schouwspel wikkelt zich voor onze ogen af, en wie aandachtig toehoort wordt getroffen door de vele paradoxen. Het passieverhaal van Marcus vertoont een sterk dramatische opbouw in een aantal levendige scenes: het intieme gebaar van een vrouw die het hoofd van Jezus zalft, de voorbereiding van het joodse Paasmaal en de verrassende viering daarvan, de aankondiging van het verraad van de apostelen (in het bijzonder dat van Petrus), de angst en de beproeving in de tuin van Getsemane, het verraad van Judas met een kus en de daaropvolgende arrestatie, de ondervraging voor het Sanhedrin, het vuur aan Petrus' schenen op de binnenplaats, de ondervraging voor Pilatus, de uitlevering aan de soldaten en de kruisiging, de bespottingscene aan de voet van het kruis, het sterven van Jezus en ten slotte: de aanwezigheid van de vrouwen en de barmhartige daad van Jozef van Arimatea (lid van het Sanhedrin!). Zowel aan het begin als aan het einde staan er vrouwen klaar om Jezus te omringen; met hun handen willen zij het lichaam dat aan de dood wordt uitgeleverd balsemen en soepel houden, en dat met het oog op leven dat na de doortocht wordt opgewekt.
Als we kijken naar Jezus, naar de manier waarop Hij in dit levenseinde rechtop staat, naar wat Hij zegt of naar zijn zwijgen, dan kunnen we daar niet alleen veel troost uit putten, we kunnen er ook veel van leren voor ons eigen leven. Het Marcusdrama vraagt om contemplatie, en we hebben er al onze zintuigen voor nodig. Belangrijk daarbij is het om goed te registreren waar we zelf pijn, verontwaardiging, boosheid, agressie of droefheid ervaren. Wanneer we zelf alle stadia van de passie met Jezus doorlopen, zullen we er ook door veranderd worden.
Ook in deze teksten over Jezus' laatste Pasen, staat de vraag naar zijn identiteit centraal. In de opmaat van Palmzondag lezen we de tekst over Jezus' intocht in Jeruzalem. Ook hier staat de tekst bol van de paradoxen: want het is de Heer (kurios) die op een ezelsveulen gezeten de stad binnenrijdt, terwijl Hij wordt toegejuicht als degene die het 'koninkrijk van onze vader David' nu eindelijk zal realiseren. De eerste lezing uit Jesaja 50 komt op verschillende plaatsen in het passieverhaal als een echo terug: is Jezus niet die profeet-Knecht die het kwaad onder ogen zag zonder te capituleren? Is Hij niet de man die actieve geweldloosheid bedreef? Als Jezus verhoord wordt voor het Sanhedrin, vraagt de hogepriester Hem recht op de man af of Hij niet de messias is ('de Christus' zoals het in het lectionarium staat), 'de Zoon van de Gezegende' (zoals David de 'zoon' was van de Allerhoogste). En zie, nu Jezus daar zo weerloos en verlaten voor de hogepriester staat, zegt Hij wel volmondig ja op deze vraag: 'Ja, dat ben ik!' En Hij voegt eraan toe dat de hogepriester Hem zal zien zitten als Mensenzoon 'aan de rechterhand van de Macht' en Hem zal zien 'komen met de wolken des hemels'. En ook al vinden de hogepriester en Jezus elkaar in de gewoonte om de Naam van GOD niet zomaar te noemen maar eerder te omschrijven ('Zoon van de Gezegende' en 'aan de rechterhand van de Macht'), toch zet Jezus met deze woorden een stap die voor de hogepriester neerkomt op regelrechte Godslastering. Denkt Jezus werkelijk dat Hij zal zitten aan de rechterhand van de Machtige? Met deze uitspraak is het pleit beslecht en ligt de weg naar een liquidatie open. Deze man moet uit de weg geruimd, want hij ondermijnt niet alleen de Naam van de Machtige, maar vooral ook de macht van de leidende klasse. Zelfs hun tempelmacht lijkt in gevaar!
Wanneer Jezus door Pilatus verhoord wordt, cirkelt de ondervraging natuurlijk niet rond zijn messiasschap - wat zou Pilatus dat kunnen schelen! - maar rond zijn vermeend koningschap. Want wie koning zegt, zegt ook keizer. Pilatus bekijkt Jezus eens goed: zie Hem daar staan, afgetuigd en bespuwd, zo koninklijk ziet die man er nu werkelijk niet uit. Al bij al is heel deze zaak tamelijk bespottelijk. Voor zo'n man kan Jezus maar een ding doen: zwijgen. Pilatus zit er behoorlijk mee verveeld, en hij besluit dat dan maar de wil van het volk gedaan moet worden: dat Hij dan ook maar als oproerkraaier het kruis opgaat!
Maar als Jezus aan het kruis hangt, en onder luide smekingen de geest geeft, is er een die opnieuw de centrale vraag oprakelt: 'Waarlijk, deze mens was Zoon van GOD!'
Via deze link kunt u alle lezingen van Palmpasen, met een kort commentaar, downloaden.
Jean Bastiaens, Bijbelhuis Zevenkerken
Terug naar overzicht
Palmzondag in de muziek
Pueri Hebraeorum – Tomas Luis da Vittoria (1548-1611)