Het Miraculeus Beeldje met het eerste kapelletje
In 1441 plaatste Rogier Van Brakel, pastoor van Volkegem, een ongekunsteld houten Liefvrouwbeeldje in een nis van zijn woning. Het is slechts 30 cm hoog. Maria draagt haar kindje op beide handen. Ze reikt ons Jezus aan, uitnodigend en toch vriendelijk. Men noemt haar de "Zoete Lieve Vrouwe". Pastoor Rogier Van Brakel sterft in 1452.
Op 18 oktober 1452, feest van Sint-Lucas, laat Jonkvrouw Catharina Van Brakel, zuster of nicht van de pastoor, het beeldje te Edelare ophangen in een kerselaar langs de drukke weg Oudenaarde - Geraardsbergen.
In 1453 bij de Slag van Gavere waren het beroerde tijden. Daarom brachten de inwoners van Oudenaarde het beeldje in veiligheid terwijl kunstschilder Geeraard de Tavenier het versierde. Op kerstavond 1454 werd het teruggebracht, stadsgenoot en glazenmaker Arent Vaere, maakte er een glazen kastje voor. De Zoete lieve Vrouwe hangt terug veilig in de kerselaar. (het eerste mirakel gebeurt in 1455)
In 1455 werd de kerselaar druk bezocht. Om de bedevaarders te beschutten, bouwt een groep die zich "Proviseurs" noemen. (Latijn: provisor = die in noodwendigheid voorzien) een kapelletje naast de kerselaar. De eerste mis werd er op 3 mei 1455 opgedragen. Kaarsen en ex-voto's zijn de stille antwoorden van verhoord gebed, het zijn dankbare en onloochenbare getuigen.
In 1459 brandt het kapelletje volledig af. Het beeldje in de kerselaar er naast blijft miraculeus gespaard.
Een nieuw en groter Kapelletje wordt ingewijd
Een comité besluit om een nieuw en groter kapelletje te bouwen. De oude kerselaar wordt omgehakt en op die plaats komt de kapel. Het lieve Vrouwbeeldje hangt op dezelfde plaats met de kerselaar in gedachten.
Op zaterdag 3 mei 1460, feestdag van de Heilige Kruisvinding, werd het kapelletje ingewijd door Heer Jan van Bourgondië, bisschop van Kamerijk. De verjaardag van deze kerkelijke plechtigheid wordt nu nog steeds gevierd. leder jaar begint op de zondag volgend na 3 mei de negendaagse novene, topdagen voor Kerselare.
Het worden nu echte bedevaarten en Kerselare is uitgegroeid tot een symbool van het bewogen geloof!
Ook de hoogste gezagdragers komen naar Kerselare zoals: Maria van Bourgondië, Margaretha van Oostenrijk, Karel V, Habsburger en kleinzoon van Maximiliaan, Filips II zoon van Karel V. … dit onderlijnt toch wel de betekenis van Kerselare.
Er hangt een krokodil in de kapel
Het enige dat wij over deze "ex voto" met zekerheid weten, komt uit deze weinige regels der "Chronyke van Oudenaarde": Mr Joos de Joigny, heere van Pamele starf de XI en september 1555, hij hadde geweest tot Hierusalem ende bracht van daer de crocodille die te Kerselaere in de Capelle hanght.”
De echte krokodil hing in de kapel tot onder de Franse Revolutie; toen werd zij vervoerd naar het museum van de Hogeschool te Gent waar zij tot stof is vervallen. In 1860 werd een houten beschilderde krokodil in de kapel gehangen ter herinnering, die echter in de brand van 1961 bleef.
Een nieuwe Kapel zo groot als een kerk
In 1570 laat Jacob de Joigny, zoon en opvolger van Joos (die de krokodil meebracht), een nieuwe kapel bouwen zo groot als een kerk. Het oud kapelletje blijft er aangeplakt bijstaan als een rechter arm tegenover de nieuwe beuk en het koor die er bij kwamen.
Iedereen vraagt zich af waarom Jacob zo een grote kapel liet bouwen, is het uit dankbaarheid dat zijn vader aan de dood is ontsnapt, of gaat het om schuldherstel? Het kan ook wel zijn dat baron Jacob enkel de gedachte of de wil of de belofte uitvoerde van zijn overleden vader, die reeds zijn eerbied en dankbaarheid liet blijken door de krokodil aan te bieden aan Onze-Lieve-Vrouw van Kerselare.
Mirakels blijven geschieden, deze worden in het "mirakelenboek" zorgvuldig bijgehouden. Ex-voto's en gedachtenisbordjes uit dankbaarheid zijn stille getuigden hiervan. In het jaar 1600 lag er in de kapel een boek waar er toen al tussen de 300 en 400 geloofwaardige mirakels in vermeld stonden!