Op deze vierde adventszondag staat Maria helemaal centraal in het verhaal: zij is de nederige dienares van God die Moeder zal worden van Gods Zoon, en van alle mensen.
Maria en Elisabeth
In het evangelie maken we kennis met Elisabeth. We weten dat ze de vrouw van Zacheüs is, en dat ze op het moment van het ‘verhaal’ 6 maand zwanger is. Elisabeth is een gelovige en vrome vrouw, niet meer van de jongste, en ze was tot dan toe onvruchtbaar. Maar dankzij de tussenkomt van God is ze ondertussen al 6 maand zwanger. Bij de evangelist Lucas lezen we ook nog dat Elisabeth een bloedverwante is van Maria.
Maria, de moeder van Jezus, is een jong, ongehuwd meisje uit Nazaret. Ze is verloofd met Jozef, maar ze wonen nog niet samen (cf evangelist Matteüs).
Maria krijgt bezoek van de engel Gabriël die haar aankondigt dat ze zwanger zal worden en een Zoon ter wereld zal brengen die ze de naam Jezus moet geven. Deze Jezus wordt het nieuwe verbond dat God met de mensen sluit. Hij wordt een nieuw begin.
Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ (Lc 1,28)
Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ (Lc 1, 31-33)
Hoewel ze zelf zwanger is gaat Maria op weg naar haar bloedverwante Elisabeth. Ze heeft hierbij geen groot plan uitgewerkt van wat ze daar gaat doen, ze wil er enkel zijn voor Elisabeth. Dat is ook de oproep die we horen: in om het even welke omstandigheid je leeft: probeer er te zijn voor de naaste die je nodig heeft. Een oproep die we heel intens willen beleven in de advent.
Het Weesgegroet
Zowel Maria als Elisabeth beseffen dat aan hen grote dingen zijn gebeurd en dat de door God gekozen zijn om mee te werken aan de Nieuwe Wereld.
Wanneer Maria in het huis van Elisabeth binnen komt en de groet van Maria hoort springt het kind van Elisabeth op in haar schoot.
Toen Elisabeth de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! (Lc.141-42)
Als we de groet van de engel Gabriël aan Maria samen zetten met de reactie van Elisabeth op de groet van Maria dan herkennen we hierin een stukje van het gebed dat zo velen van ons al heel vaak gebeden hebben: het Weesgegroet.
Wees gegroet Maria,
vol van genade.
De Heer is met u.
Gezegend zijt gij boven alle vrouwen,
en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Jezus.
Heilige Maria,
Moeder Gods,
bid voor ons, arme zondaars,
nu en in het uur van onze dood.
Amen.