Deze derde adventszondag wordt ook Gaudete-zondag genoemd. Dit is een verwijzing naar het Gregoriaanse gezang dat gezongen wordt deze zondag.
De term Gaudete komt uit een brief van de apostel Paulus aan de christenen van Filippi:
'Verheugt u in de Heer te allen tijde.' (Brief aan de Filipppenzen 4:4).
Deze zondag mag in de liturgie de kleur roze gebruikt worden in plaats van paars.
Het Goede Nieuws
Bij de profeet Jesaja horen we Gods dienaar zeggen dat hij gekomen is om het Goede Nieuws te brengen: aan mensen die lijden wordt hoop gegeven en gevangenen horen dat ze vrij zijn. Onze zonden worden ons vergeven, onze vijanden zullen hun straf ontvangen...
Het antwoord van de mensen in Jeruzalem (ook ons antwoord) is dat we zingen van vreugde, juichen en loven. Want de boodschap die we ontvangen is inderdaad goed.
Als christenen lezen we verder dan de profeet Jesaja. We lezen de ‘evangeliën’. Het woord evangelie komt uit het Grieks en betekent ‘goede boodschap’ of ‘heilboodschap’. Het wordt als sinds het begin van het Christendom gebruikt om de boodschap van God te benoemen.
Het lezen van de blijde boodschap houdt ook een opdracht is voor ons vandaag. Om de vreugde te vinden moeten we loslaten van wat ons bindt. Dat kan een gewoonte zijn, of een voorwerp. Het is ook een oproep om ons niet druk te maken om de kleine, menselijke dingen...
Als we vrij-zijn van alles dan kunnen we openstaan voor wat Hij ons te vertellen heeft in het kleine kind in de kribbe, in de eenvoud van de herders, in de gezangen van de engelen, in de woorden van onze naasten.
De kerststal
De advent, en Kerstmis in het bijzonder, kan in de Christelijke traditie niet zonder een kerststal. Maar van waar komt die kerststal?
De eerste kerststal wordt toegeschreven aan de heilige Franciscus van Assisi. Hij zou deze in het jaar 1223 (dus 800 jaar geleden) hebben laten maken in Greccio (Italië).
Waarom hij dat deed? Hij vond dat zijn tijdgenoten niet voldoende stilstonden bij het wonder van Kerstmis en wou hun dat tonen. Veel mensen konden niet lezen en schrijven en dus moest het visueel worden voorgesteld. Dus bedacht St. Franciscus een levende kerststal. Hij zocht een boer en een boerin die Jozef en Maria wouden spelen, bracht een os en een ezel naar de stal (dieren die de mensen kenden omdat ze vaak thuis ook een os of ezel hadden staan). In aanwezigheid van deze levende kerststal vierde de gemeenschap eucharistie in de Kerstnacht.
De mensen waren zo onder de indruk dat ze de kerststal bleven gebruiken en het gebruik begon zijn reis over de wereld.