Op 1 en 2 november vieren we Allerheiligen en Allerzielen, een dubbel feest van hoop en verbondenheid over de dood heen.
Op 1 november vieren we Allerheiligen, letterlijk het hoogfeest van alle heiligen, bekend of onbekend. Heiligheid heeft weinig tot niets te maken met menselijke perfectie. Heiligen zijn wel vensters op God, mensen die Gods aanwezigheid uitstraalden in hun leven. Naast de heiligen op de kerkelijke kalender zijn er dus nog ontelbare anonieme heiligen.
Allerzielen volgt de dag nadien, op 2 november. Dan bidden we voor al wie overleden is.
Bidden voor overledenen verbindt ons met onze dierbare overledenen. Allerzielen vieren drukt ook onze verbondenheid uit met mensen die getekend zijn door rouw. Het schenkt troost aan hen die achterblijven.
De twee feesten zijn nauw verbonden. Ook al sterft niet iedereen in een geur van heiligheid, toch verwelkomt God alle mensen die leefden vanuit zijn liefde. Dat is immers de betekenis van verrijzenis, het kernpunt van ons geloof: de liefde is sterker dan de dood. Onze overledenen vormen dus samen met de heiligen een gemeenschap rond God.
Allerheiligen en Allerzielen zijn voor veel mensen moeilijke dagen. Het verlies van een dierbare voelt in deze donkere dagen pijnlijk aan. Daarom nodig ik dan ook onze hele geloofsgemeenschap uit om mee aanwezig te zijn in onze vieringen van Allerheiligen en Allerzielen.