Hij was net verjaard, 35 geworden. Zijn vrouw had hem een ‘telegram’ gestuurd: "Lieve man, je kinderen en ikzelf wensen je een vredevolle terugkeer, je vrouw". Nog vooraleer hij de woorden tot zich kon nemen, spatte hij uit elkaar, doorzeefd door schrapnels. Zijn lichaam kreunde neer in de modder, die bruin kleurde van het bloed. Die dag werden vanuit Ramskapelle honderden gewonden en lijken op karren vervoerd naar het Engels militair ziekenhuis in Veurne. Daar werd ook hij voor dood verklaard zoals duizenden kameraden. Het zeewater had de IJzervlakte nog niet overstroomd. De oorlog was nog maar net twee maanden geleden uitgebarsten. Bij de eerste slag aan de IJzer, oktober 1914, vielen de eerste duizenden slachtoffers. Zijn twee dochtertjes bleven verweesd achter, 10 en 2 jaar jong. De jongste dochter had hij amper twee jaar gekend, nooit heeft hij haar weten opgroeien. In april 1919 ontving zijn vrouw de officiële mededeling opgesteld in het Frans en met de hand geschreven: ‘Mort pour la Belgique’ ten gevolge van oorlogsverwondingen. Vanaf 1922 mocht de weduwe rekenen op een militair pensioen, oorlogsweduwe nr.7023: vijfhonderdentien Belgische franken per trimester, vermeerderd met driehonderd frank voor haar minderjarige kinderen.
Veel later, de eerste wereldoorlog was al lang afgelopen, kreeg zij jaarlijks een gratis treinrit naar De Panne, waar hij begraven lag op het militair kerkhof. Een omslag met daarin een briefje, met potlood zorgvuldig neergeschreven, droeg hij altijd bij zich, samen met een foto van zijn vrouw. In het militair ziekenhuis werd het uit zijn uniform gehaald en bezorgd aan zijn vrouw.
"Lieve vrouw en kinderen,
Ik smeek God dat je niet al te ongelukkig zult zijn, want op het ogenblik dat je deze brief in handen zult krijgen, zal ik er niet meer zijn. Mijn laatste gedachten gaan naar jou, zoals ik altijd aan jou gedacht hebt sinds mijn vertrek naar het front. Ik vraag je, lieve vrouw, je te ontfermen over onze kinderen en niet al te lang om mij te treuren, het was ons lot. Lieve vrouw, lieve kinderen, mijn hart krimpt samen als ik bedenk dat jullie mij nooit meer zullen terugzien. Wat zal er van jullie geworden zonder mij ? Deze smart zullen jullie nooit ten volle kennen. Niets anders dan deze brief kan ik jullie achterlaten, ik droeg hem steeds op mijn hart, samen met je foto. Vaarwel, lieve vrouw en kinderen, die ik het meest ter wereld beminde. Het is vreselijk te bedenken dat ik misschien zal moeten sterven.
Uw ongelukkige vader. Charles."
Een graf, een brief, een weduwenpensioen en twee dochters: de bewijzen dat hij ooit had geleefd.
rdv
Uit: KERK & leven - Editie 0077 Groenenhoek Rooi, 19 november 2014