Veertig dagen vasten
Volgens het Proto-Evangelie van Jacobus zou Joachim een vrome en welvarende man zijn uit het Huis van David. Hij was getrouwd met Anna. Zij hadden geen kinderen. Hij zou regelmatig hebben geschonken aan de armen en geofferd in de Tempel. Op zekere dag toog hij opnieuw naar de Tempel om te offeren. De priester evenwel stuurde hem terug omdat “hij geen nageslacht voortgebracht had in Israël”. Hierop zou Joachim zich met zijn kudde hebben teruggetrokken in de woestijn waar hij veertig dagen vastte. Zijn vrouw Anna meende dat Joachim om het leven was gekomen.
Klaagzang van Anna
Terwijl Joachim zich terugtrok in de woestijn, gaf Anna zich over aan geweeklaag nu zij – naar zij dacht – weduwe geworden was, en kinderloos zou sterven. Zij sprak volgens Jacobus de woorden:
Wee mij, wie heeft mij verwekt
en welke schoot heeft mij gebaard?
Want ik ben een vervloeking geworden in de ogen van de kinderen van Israël,
zij hebben mij bespot en uit de tempel van de Heer weggehoond,
Wee mij, met wie ben ik te vergelijken?
Niet ben ik te vergelijken met de vogels des hemels,
want ook de vogels des hemels zijn vruchtbaar voor U, Heer.
Wee mij, met wie ben ik te vergelijken?
Niet ben ik te vergelijken met de dieren van de aarde,
want ook de dieren van de aarde zijn vruchtbaar voor U, Heer.
Wee mij, met wie ben ik te vergelijken?
Niet ben ik te vergelijken met deze wateren,
want ook deze wateren zijn vruchtbaar voor U, Heer.
Wee mij, met wie ben ik te vergelijken?
Niet ben ik te vergelijken met deze aarde,
want ook deze aarde brengt haar vruchten voort in haar seizoen en prijst U, Heer!
Verschijning van engelen
Meteen hierop verscheen een engel aan Anna, die haar zei dat God haar gebeden had verhoord en dat zij een kind ter wereld zou brengen “waarover op heel de bewoonde wereld zal worden gesproken”. Anna beloofde terstond het kind “als gave af te staan aan de Heer, mijn God, en het zal Hem zijn leven lang dienen”. Tezelfder tijd werd ook Joachim door een engel ingelicht over zijn aanstaand vaderschap, waarop hij terugkeerde naar Anna. Negen maanden later werd een meisje geboren dat zij Maria noemden. In de Katholieke Kerk wordt dat gevierd op Maria Geboorte (8 september).
Gouden Poort
Volgens het proto-evangelie van Jacobus keerde Joachim na het visioen van de engel terug naar zijn eigen huis, waar Anna hem in de deuropening opwachtte. Een andere, bekendere, versie wil dat Joachim zich na de openbaring van de engel, en op diens aanwijzingen, vervoegde bij de Gouden Poort van Jeruzalem. Daar zou hij zich verenigd hebben met zijn echtgenote. Deze versie van het verhaal komt voor in de Legenda Aurea ('Gouden Legenden'), een grote verzameling heiligenlevens die in het begin van de dertiende eeuw werd samengesteld door de dominicaan Jacobus de Voragine. De scene van Joachim en Anna bij de Gouden Poort is door verschillende kunstenaars uitgebeeld, onder wie Giotto.
Maria Presentatie
Als beloofd besloten Joachim en Anna hun enig kind “af te staan aan de Heer”. Toen het meisje drie jaar oud was, brachten zij haar naar de Tempel. De daarop volgende gebeurtenissen, worden door Jacobus als volgt beschreven: En de priester ontving haar en nadat hij haar gekust had zegende hij haar met de woorden: "De Heer heeft uw naam groot gemaakt onder alle geslachten. In u zal de Heer in de laatste dagen zijn verlossing aan de kinderen van Israël openbaren." En hij zette haar op de derde tree van het altaar en de Heer God deed genade op haar neerdalen en zij danste op haar voetjes en het hele huis Israël kreeg haar lief. En haar ouders vertrokken weer, vol verwondering, en zij loofden de almachtige God, omdat het kind zich niet had omgekeerd. En Maria bleef in de tempel van de Heer als een pikkende duif en zij ontving voedsel uit de hand van een engel. Deze gebeurtenis wordt Maria Presentatie genoemd. De Kerk gedenkt de opdracht van Maria in de Tempel op 21 november.
Drie huwelijken
Op haar twaalfde wordt Maria uitgehuwelijkt aan Jozef, waarna ze de moeder van Jezus zou worden. Hoe het verder gaat met Joachim en Anna vermeldt het proto-evangelie van Jacobus niet. In de Legenda Aurea wordt nog wel allerlei opmerkelijks verhaald over Anna. Zo zou zij, na de dood van Joachim, nog twee keer getrouwd zijn. Eerst met een zekere Kleopas, die de broer was van haar schoonzoon Jozef. Met hem kreeg ze ook een dochter die eveneens Maria werd genoemd. Die zou de moeder worden van onder meer Jacobus de Mindere. Een derde keer trouwde Anna volgens de 'Gouden Legenden' met Salome. Uit dit huwelijk kwam weer een dochter voort die ook de naam Maria kreeg. Deze Maria zou trouwen met Zebedeüs en de moeder worden van Jacobus de Meerdere en Johannes de Evangelist.
Sint-Anna-ten-Drieën
Aan het einde van de Middeleeuwen werd de devotie tot Sint-Anna in het Rijnland en in de Nederlanden bijzonder populair. Dit resulteerde onder meer in een grote hoeveelheid beelden en schilderijen waarop Anna, Maria en Jezus stonden afgebeeld. Vaak zo dat Maria die Jezus op schoot hield, zelf op schoot zat bij haar moeder. Deze beeltenissen worden 'Sint-Anna-ten-Drieën' genoemd.
Sint-Anneke
De 'moderne' Sint-Anna-ten-Drieënkerk op Linkeroever is niet de eerste die op het 'Vlaams Hoofd', zoals deze plek eeuwenlang heette, gebouwd is. Het Vlaams Hoofd of Sint-Anneke wordt al in 1330 vermeld als bedevaartsoord gewijd aan Sint-Anna. Diep onder de vloer van de huidige kerk stond van in het begin van de XXste eeuw de neogotische Anna- en Joachimkerk. En daarvoor kwamen eeuwenlang pelgrims naar het bedevaartskapelletje van Sint-Anna-ten-Drieën, dat daar stond waar nu het gebouw van de voetgangerstunnel opgetrokken is, vlak bij de Schelde.
In 1866 werd die Sint-Annakapel een kapelanij van de Heilige Kruisverheffings-parochie in Zwijndrecht en bij Koninklijk Besluit van 22 juli 1893 werd zij verheven tot een zelfstandige parochie behorend tot het bisdom Gent.
Dankzij het mecenaat van graaf Florimond de Brouchoven de Bergeyck, kwam in 1894-1895 een voorlopige kerk met pastorie en kloosterschool tot stand naar ontwerp van de architect Frans Stuyck. Dit complex verving oude Sint-Annakapel die buiten gebruik gesteld was. Pas in 1931 zou ze worden gesloopt.
In 1903-1905 werd dan een nieuwe kerk opgetrokken, gewijd aan de Heilige Anna en Joachim. Het werd een kruisbasiliek in neogotische stijl, naar een ontwerp van dezelfde Stuyck uit 1901-1902. Ze werd gebouwd waar nu de huidige kerk staat, maar dan wel 7 meter dieper. De tijd stond immers niet stil: het oude Vlaams Hoofd veranderde gaandeweg volledig van gedaante, de oude polders werd tot zeven meter hoog bedekt met Scheldezand om een moderne stadwijk uit die grond te stampen. Door de steeds verder gaande zandopspuitingen kwam de oude Sint-Anna-en-Joachimkerk einde jaren '60 in een put te staan. Ze werd vervangen door een modern, haast revolutionair gebouw, ingewijd in 1970, en gebouwd in de geest van het Tweede Vaticaanse Concilie die toen door de Katholieke Kerk waaide.
Ondertussen was er ook veel veranderd in de parochiale structuren van Antwerpen-Linkeroever. In 1959 werd de parochie overgeheveld naar naar het aartsbisdom Mechelen. En kort daarna, in 1962, werd Antwerpen-Linkeroever een parochie van het nieuwe bisdom Antwerpen. Steeds meer mensen kwamen op Linkeroever wonen en mettertijd werden nog twee nieuwe parochies opgericht: Onze-Lieve-Vrouw-ter Schelde, in de nieuwe wijk aan de bocht van de Schelde, en Sint-Lucas midden in de hypermoderne Europarkwijk in 1972.
Op 04.04.2004 kwam het tot de vrijwillige fusie van de drie parochies op Linkeroever, met de naam Sint-Anna-ten-Drieën, een verwijzing naar het oude kapelletje waar het ooit allemaal begon. De moderne kerk werd de ‘hoofdkerk’ van de fusieparochie, en kreeg dan ook de naam ‘Sint-Anna-ten-Drieënkerk'.