Veelzijdige muzikanten
Sopraan Cristel De Meulder en orgelist Matthias Müller verzorgden de concertmis op de eerste zondag van de Mariamaand in onze Pius X-kerk. Cristel De Meulder, een veelzijdige zangeres en muziekpedagoge, begon haar studies aan de Koninklijke Vlaams Muziekconservatoria in Antwerpen en Brussel. Van Gisela Rohmert leerde ze de lichaamsgerichte Lichtenbergtherapie, een methode die ervan uitgaat dat je niet probeert de spanningen in je kaak te vermijden als je zingt, maar ermee in contact blijft. Klank maken is daarbij een hulp en kan meer beweging en vrijheid in het gebied van de kaak brengen. Cristel richtte het damesensemble ‘Voces Aequales’ op dat reeds enkele keren concertmissen in onze kerk verzorgde. Haar ruime repertoire omvat oratoria, cantates, passies, orkestmissen, kamermuziek en klassiek religieuze muziek. Vanuit haar sterke betrokkenheid op het onder-het-stof-halen van werken van vergeten componisten en die terug in de schijnwerpers te plaatsen, werd het grootste deel van het concertmisprogramma gevuld.
Ze deelt deze passie met haar muziekpartner, de organist Matthias Müller die reeds op jonge leeftijd op het orgel begon te spelen in Sandkrug bij Oldenburg in Duitsland. Hij studeerde aan de Berufsfachschule für Musik in Krumbach (Schwaben) en aan het Richard Strauss Conservatorium in München. Later werd hij organist van de Michaelskirche in München. De organisatie van concerten bracht hem naar Castilië en León, en langs de Compostellaroute in Spanje. De afgelopen dertig jaar heeft hij in bibliotheken, antiquariaten en rommelmarkten gezocht naar interessante orgelmuziek om zijn concertuitvoeringen een nieuwe boost te geven. Vijfendertig jaar geleden begon Matthias Müller wereldwijd met de restoratie van harmoniums en orgels in kerken, musea en privéwoningen samen met zijn partner Jenny Arians.
Van onder het stof gehaald
Organist Müller opende de concertmis met 'Variaties op het Marialied Wunderbar Prächtige’ van Max Drischner (1891-1971). Deze Duitse componist, kantor, organist en klavecinist werd geboren in Prieborn (nu Przeworno) in Silezië. Na het behalen van zijn eindexamen aan het gymnasium van Züllichau begon hij aan een theologiestudie in onder andere Breslau – een stad die toen in Pruisen lag, maar nu onder de naam Wroclaw deel uitmaakt van Polen. Na zeven semesters gaf hij deze studie op om orgel, piano en klavecimbel te studeren aan de Berlijnse muziekacademie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij vrijwilliger als hospitaalsoldaat in Frankrijk. Na de oorlog bestudeerde hij de muziek van vóór de Bachperiode. Zijn eerste klavecimbelconcerten gaf hij in Breslau in 1920. In Brieg volgde hij een opleiding in orgelspel en koorleiding, en in 1924 werd hij benoemd tot cantor en organist van de St. Nikolaikirche in Brieg, nu Brzeg in Polen.
Na de intrede speelde Matthias Müller een Preludio van Jesús Guridi Bidaola (1886-1961), een Spaans operacomponist en organist. Hij werd geboren in een zeer muzikale familie. Zijn grootvader was eveneens organist en componist. Zijn eerste studies in de muziek volgde hij aan het Real Conservatorio Superior de Música in Madrid en aan het Conservatorium van Bilbao. Op zijn zestiende ontving hij een beurs waarmee hij twee jaar piano en orgel kon studeren aan de Scola Cantorium in Parijs. Verder volgde hij lessen in Brussel bij de Belgische componist Joseph Jongen – bij wie hij twee jaar in de leer was – en studeerde hij ook in Keulen. Teruggekeerd in Spanje werkte hij in Bilbao als organist in verscheidene kerken, gaf orgelles en dirigeerde verschillende ensembles. Als organist werd hij vooral opgemerkt vanwege zijn improvisatietalent.
Meimaand Mariamaand
Tussen de twee lezingen door was het de beurt aan Cristel De Meulder met 'O Maria die daar staat' van Flor Peeters (1903-1986). Deze Vlaamse componist groeide op in het Kempische dorp Tielen en studeerde muziek aan het Lemmensinstituut dat toen nog in Mechelen gevestigd was. In 1923 behaalde hij er de Lemmens-Tinel-prijs en werd benoemd tot leraar orgel aan hetzelfde instituut. Tevens werd hij in dat jaar tweede organist aan de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen en eerste organist vanaf 1925. Op 28 juni 1934 bespeelde hij het orgel in de Brusselse Sint-Jacobskerk tijdens het doopsel van Albert II. Als componist schreef hij orkestwerken, missen en andere kerkmuziek, cantates, liederen en werken voor harmonie- en koperblaasorkesten.
Tijdens de offerande beluisterden we het lied Ave Verum van Léon Boëllmann (1862-1897), een componist uit de Frans-romantische orgelschool. Hij studeerde aan de Ecole de Musique Classique et Réligieuse in Parijs en won er eerste prijzen voor piano, orgel, contrapunt, fuga, gregoriaans en compositie. In 1881 werd hij aangenomen als cantor en titulaire organist. Hij bekleedde deze positie tot aan zijn vroege dood, waarschijnlijk ten gevolge van tuberculose. Tijdens de communie hoorden we een Salve Regina van François-Auguste Gevaert (1828-1908), een Belgische componist en organist. Hij wordt in de muziekgeschiedenis vooral herinnerd als muziekpedagoog, conservatoriumdirecteur en als musicoloog van werken over muziek in de Oudheid. Verder componeerde hij kerkmuziek, orkestwerken en instrumentale muziek.
Tot slot mochten we genieten van een kort, maar daverend Alleluia van Gian Francesco de Majo (1732-1770), een Italiaanse componist die bekend werd voor het componeren van meer dan twintig opera’s. En na de concertmis hieven we alweer samen het glas tijdens onze maandelijkse babbelborrel, deels in de inkomhal en deels op het kerkplein.
Marjo Perry
De concertmissen zijn een organisatie van onze kerkraad in samenwerking met het Artiestenfonds vzw. De volgende concertmis heeft plaats op 1 juni met Charlotte van Looveren (altviool) en David Van Looveren (piano).