Fluente Quartet
Op zondag 6 april luisterde het Fluente Quartet de eucharistieviering op met muziek uit de achttiende eeuw. De leden van het quartet – Jef Van Boven (traverso, een houten dwarsfluit), JeongSun Goo (viool), Yuki Hori (altviool) en Hilde Van Hoijweghen (cello) – genoten een professionele muziekopleiding en mogen bogen op een rijke ervaring in de kamermuziek. Jef Van Boven studeerde fluit, kamermuziek en orkestdirectie aan de conservatoria van Antwerpen en Brussel. Sinds 2003 specialiseert hij zich in de oude muziek. Zijn liefhebberij is het bouwen van historische toetsinstrumenten. JeongSun Goo studeerde viool in Seoul, Zuid-Korea en behaalde haar Master voor Kamermuziek aan het conservatorium van Rotterdam, Nederland. Yuki Hori studeerde viool en altviool in Japan en aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium in Antwerpen. Ze vervolmaakte haar studies aan de Staatliche Hochschule für Musik in Freiburg, Duitsland. In 1997 werd ze er laureate van de Mendelssohnwedstrijd. Sindsdien trad ze op in Europa, Hongkong en Japan. Hilde Van Hoijweghen studeerde cello, muziekpedagogie en muziekgeschiedenis aan het Koninklijk Vlaams Muziekconservatorium te Antwerpen.
Van Napels en Wenen tot Luik
Voor de dienst opende het Fluente Quartet de concertmis met het Allegro Moderato uit het Quartet nr. 1 in D van de Italiaanse componist Domenico Cimarosa (1749-1801). Hij werd geboren in Napels waar hij zijn eerste muziekonderricht kreeg. Nauwelijks afgestudeerd debuteerde hij als componist met de komische opera Le stravaganza del conte. Die opera werd door het publiek goed ontvangen waarmee zijn naam als operacomponist gevestigd werd. Hij woonde afwisselend in Rome en Florence waar hij ook drie Bijbelse opera’s componeerde, genaamd Assalone (Absalom), La Giuditta (Judith) en Il Sacrificio d’Abramo (Het offer van Abraham). Ingaande op de uitnodiging van de Russische tsarina Catharina de Grote kwam hij in Sint-Petersburg terecht waar hij de opera Cleopatra componeerde. In Wenen volgde hij Antonio Saliero op als hofdirigent aan het hof van keizer Leopold II. Na het overlijden van de keizer keerde Cimarosa terug naar Napels.
Na de intrede hoorden we het Presto uit het Quartet in D opus 5, nr. 1 van Haydn. Franz Joseph Haydn (1732-1809) was een Oostenrijks componist wiens werk gerekend wordt tot de muziek van de klassieke periode. Hij was de schepper van een omvangrijk oeuvre en vooral zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de symfonie en het strijkkwartet is belangrijk. Hij stamde uit een tamelijk arme Oostenrijkse familie maar kon zich door zijn talent als componist opwerken tot een ongekende hoogte. Zijn eerste vaste betrekking was die van kapelmeester aan het hof van graaf von Morzin. Zes jaar later, in 1761, kwam hij terecht in het Esterhazypaleis waar hij tot 1790 zou blijven. Na een periode van enkele jaren in London keerde hij terug naar Wenen. Haydn is vooral belangrijk geweest als voorloper van Mozart die hij in levende lijve heeft ontmoet, en Beethoven.
Na de eerste lezing speelde het Fluente Quartet het Andante Sostenuto uit Pantomime van André Ernest Modeste Grétry (1741-1813), een Luiks-Franse componist. Hij werd voornamelijk bekend door zijn talrijke opéras comiques en zijn geboortehuis in Luik is vandaag een museum. Hij kreeg zijn eerste muziekonderricht van zijn vader die als beroepsviolist verbonden was aan de Saint-Martinkerk te Luik. Het componeren van een eerste grote mis leverde hem in 1758 een studiebeurs op die hem in staat stelde verder te studeren in Italië. Hij ging naar Rome en Bologna waar hij enkele religieuze werken componeerde. In 1767 vestigde hij zich in Parijs waar zijn eigenlijke muzikale loopbaan begon. Hij was een graag geziene gast aan het Franse hof. Koningin Marie-Antoinette werd zelfs doopmeter van een van zijn dochters. Na de Franse revolutie wist Grétry via handige manoeuvres in de gunst te komen van het nieuwe bewind. In 1795 werd hij door Napoleon benoemd tot Ridder in het Legioen van Eer. Grétry werd begraven op de Parijse begraafplaats Père-Lachaise maar zijn hart werd volgens zijn wens overgebracht naar Luik waar het rust onder het Grétrystandbeeld voor de Luikse Koninklijke Opera.
Quartetten van Stamitz en Devienne
Tijdens de offerande beluisterden we Allegro poco moderato uit Orkest Quartet nr. 1 opus 4 van Carl Philipp Stamitz (1745-1801), een Duitse componist van Boheemse afkomst. Na zijn opleiding werd hij tweede violist in de befaamde Mannheimer Hofkapelle. In 1770 vertrok hij naar Parijs waar hij hofcomponist werd van hertog Louis Antoine de Noailles. Vanaf 1772 woonde hij in Versailles waar hij zijn eerste symfonie schreef met de titel La promenade royale. Van 1782-1784 was Stamitz als violist verbonden aan het hof van de Nederlandse stadhouder Willem V in Den Haag. Tijdens zijn concert van 23 november 1783 zat de twaalfjarige Ludwig Van Beethoven in de zaal aan de piano forte. Tijdens de communie hoorden we achtereenvolgens het Adagio uit het Quartet in D opus 5, nr. 1 van Haydn, gevolgd door Romance uit Orkest Quartet in A opus 4 van Stamitz. Tot slot kregen we het Rondeau-Allegro uit Six Quartets opus 2 van François Devienne (1759-1803), een Franse componist, tevens fluitist en fagottist. Met een wel verdiend applaus brachten we als kerkgangers onze waardering over voor het spel van het Fluente Quartet, waarna we vooraan in de kerk aanschoven voor onze maandelijkse babbelborrel.
Marjo Perry
De concertmissen zijn een organisatie van onze kerkraad in samenwerking met het Artiestenfonds vzw.
