Levensles 1: De vreugde van het mens-zijn
Soms kan het zo opluchten, het besef gewoon te mogen zijn. Te midden van de drukte van alles wat vandaag nog gebeuren moet, van wat er deze week op het programma staat of van wat je nog zou willen doen, herinnert Franciscus van Assisi ons eraan dat gewoon zijn, menszijn genoeg is. Op blote voeten trok hij vreugdevol op weg in de warmte van de zon of terwijl het pijpenstelen regende, met liefdevolle aandacht en verwondering voor elk levend wezen. Hij nam bewust zijn plek in als schepsel te midden van alle andere schepselen, met wie hij zich ten diepste verbonden voelde. In elk levend wezen, in elk natuurelement kwam hij iets van God op het spoor. Dat gaf hem een vreugde die niets of niemand hem kon afnemen. Het is de pure vreugde en verwondering om het menszijn zelf, door God geschapen en gevormd. Het besef vanaf je geboorte tot nu op elk moment opnieuw de adem en het leven zelf te mogen ontvangen. Alles is gave! We zijn zelfs aan onszelf gegeven.
Soms kan het zo opluchten, het besef gewoon te mogen zijn.
Bewust mens-zijn betekent wandelen door de natuur of in de stad onder de mensen en voelen hoe je gedragen wordt bij elke stap, hoe je adem door je stroomt, hoe al je zintuigen openstaan om te ontvangen. Dat pure mens-zijn lijkt soms in het niets te verdwijnen, als de druk van een maatschappij die op volle toeren draait het soms overneemt. We hoeven ons nergens mee te bedekken, stelt Franciscus, niet met prestaties, met een grote auto, met een intellectueel discours of wat dan ook indruk kan maken op anderen. Onze waardigheid en waarde als mens zit op een veel dieper niveau. ‘Want zoveel als je bent in Gods ogen, zoveel ben je en meer niet!’, klinkt het in Franciscus’ Wijsheidsspreuken.
Levensles 2: Leven vanuit wat je nodig hebt
Ons zuivere mens-zijn staat niet op zichzelf. We leven in verbondenheid met anderen, met de wereld en de natuur rondom ons en met God. Franciscus’ hele leven was gericht op het herstellen van die relaties. Hij was zich er ten volle van bewust dat zijn handelen ook een impact op anderen heeft. ‘Alles wat je te veel neemt, neem je af van iemand anders die het meer nodig heeft’, maakte hij zijn broeders wel eens duidelijk. De radicale keuze voor een bezitloos leven, en dus voor een leven in armoede, betekende niet dat de broeders hun wezenlijke noden moesten ontkennen. Ook al vastte Franciscus in zijn vurig enthousiasme soms te streng, uiteindelijk ging het erom dat de broeders precies leefden vanuit wat ze nodig hadden. ‘De een mag de ander gerust zijn nood kenbaar maken’, klinkt het in de leefregel van de minderbroeders. Dat betekent je behoeftigheid als mens erkennen en durven benoemen. En zorgzaam met de ander omgaan, wetend dat we elkaar nodig hebben.
Wat heb je in dit leven écht nodig om te kunnen doen wat je te doen staat?
Wat heb je écht nodig om te leven en wat kan je laten, is een wezenlijke franciscaanse vraag. Franciscus nodigt ons uit van tijd tot tijd ons leven onder de loep te nemen: wat heb je materieel écht nodig om in dit leven te kunnen doen wat je te doen staat? Waarmee vul je je agenda? Waar gaat je energie naartoe? Het voelt als tegen de stroom in zwemmen in een wereld waar zoveel aanbod is en waar je door reclame zo gemakkelijk kan worden misleid. Maar eens je precies weet wat je écht nodig hebt, kan je al het overbodige loslaten. Opdat er terug ruimte komt voor wat wezenlijk is!
Levensles 3: In alles pelgrim zijn
Franciscus en de eerste broeders trokken als pelgrims en vreemdelingen door de wereld. Ze eigenden zich niets toe, zelfs geen grot om in te slapen! Als ze zwervers of armen op hun weg tegenkwamen, deelden ze hun slaapplek. Dag in dag uit leefden ze dankbaar van wat ze ontvingen aan voedsel, onderdak, ... Pelgrim zijn betekent ontvankelijk en hoopvol door het leven gaan en wat je ontvangt, dankbaar delen!
Uiteindelijk is ons hele leven een pelgrimstocht. Zoveel wordt ons gegeven: waar we geboren worden, de mensen om ons heen, materiële dingen maar ook onze mogelijkheden en talenten. Op het einde van de tocht geven we dat alles weer terug. Franciscus nodigt ons uit om elk dag dankbaar te zijn en te blijven om het goede dat we ontvangen. Hij waarschuwt ons ook: laat elke gave een gave blijven. Als we ons identificeren met onze prestaties of ons werk, met onze talenten, met ons geloof, met onze ideeën… en daar onze waarde uithalen, dan eigenen we ze ons toe. Het leven wordt dan een strijd. Verkrampt houden we vast aan wat we hebben of kunnen, we proberen het te verbeteren, te vermeerderen of te verdedigen ten koste van de ander. Wie zich niets toe-eigent, komt dankbaar en vrij in het leven te staan. Wat we ontvangen blijft een gave die we met vreugde inzetten met én voor anderen.
Pelgrim zijn betekent ook in vertrouwen verder gaan als we worden beproefd of iets ons wordt ontnomen, leven vanuit het diepe besef dat Gods liefde ons altijd vergezelt en leidt. Erop vertrouwen dat Hij ons precies geeft wat we nodig hebben en dat er altijd weer een nieuwe deur opengaat. Dat is het kostbaarste geschenk dat ons nooit kan worden ontnomen. ‘Gij zijt al onze rijkdom en dat is ons genoeg!’, zingt Franciscus in zijn Loflied op de Allerhoogste.
Wat weet jij van Franciscus van Assisi? Doe de Franciscus-quiz
5 dingen om hier en nu te doen
- Hangt er spanning of conflict in de lucht? Zoek een weg om meer vrede te brengen door te beluisteren, vergeven of bemiddelen.
- Deel iets van je eigen bezit met iemand in nood en schenk het hem of haar persoonlijk.
- Zeg wat vaker ‘ja’ op onverwachte wendingen en vertrouw erop dat er iets goeds uit voort zal komen.
- Trek de natuur in of ga in je tuin zitten en beschouw alles om je heen als broers en zussen. Wat doet dat met je?
- Bezoek in Museum De Mindere in Sint-Truiden de expo over het Zonnelied.
Met jullie mond verkondigen jullie de vrede. Zorg ervoor dat ze in nog hogere mate leeft in jullie hart, opdat niemand door jullie tot toorn en ergernis wordt uitgedaagd, opdat integendeel allen door jullie vrede en zachtmoedigheid tot vrede en welwillendheid worden uitgenodigd. Wij zijn immers geroepen om gekwetsten te verzorgen, om gewonden te verbinden en dwalenden uit te nodigen.
Franciscus van Assisi
Uit ‘Het Begin’, 38c
3 hedendaagse sporen van Franciscus
#1 Zonnelied
Franciscus van Assisi’s Zonnelied bestaat dit jaar precies 800 jaar. Het lied dankt God voor verschillende elementen in de schepping en weet zelfs de dood daarin een plaats te geven. Dat dit oude loflied op de schepping blijft inspireren, bewijst de nieuwe Nederlandse vertaling die recent is gelanceerd. Ontdek het lied Allerhoogste Heer die alles draagt (Zonnelied).
#2 De kerststal
Hoewel het niet helemaal klopt om Franciscus van Assisi ‘de uitvinder van de kerststal’ te noemen, was hij wel de eerste die Jezus durfde te verbeelden als een gewone baby in een kribbe met stro, omringd door een os en ezel. De levensechte kerststal die hij ooit liet opstellen in Greccio leefde verder in Franciscus’ verkondiging. Overal waar hij kwam met Kerst, raakte het kersttafereel bekend en zo kwam het ook tot bij ons.
#3 Carlo Acutis
De recent heilig verklaarde cyber-apostel Carlo Acutis had grote bewondering voor Franciscus van Assisi. Naar zijn voorbeeld gaf Carlo zijn sneakers eens weg aan een dakloze. Carlo’s lichaam ligt vandaag opgebaard in de Santa Maria Maggiorekerk in Assisi.
Tekst 3 levenslessen: Barbara Mertens - stafmedewerker bij TAU-Franciscaanse Spiritualiteit