Tijdens de gebedsdienst voor Allerzielen 2017 herdachten we allen die ons reeds zijn voorgegaan, gekend of ongekend. Maar allen gevallen in de handen van de Vader.
Paula Heylen, Jozef Matthys, Maria Henderickx, Emma Vekemans, Maria Druyts, Josephina Dekort, Ida Vloemans, Maria Pauwels, Margriet Gyesbreghs, Frans Swaans, Ria Vangeel, Anna Van de Water, Frans Cas Goossens, Emmanuel Van Pelt, August Sterckx, Marcel Schellens, Berta Embrechts, Reina Otten, André Ratiau, Julien Van den Borren, Fons Campforts, Sooi Tops, Lies Schoonjans, Adolf Meeus, Dora Gilis.
Een kerkhof is een plaats waar je veel kruisen zult zien. Dat is uiteraard verbonden met de hele christelijke geloofstraditie hier bij ons. Het wekt soms de verkeerde indruk alsof het kruis het teken van de dood zou zijn. Terwijl het voor ons juist het teken is van het Leven.
Op het kruis, kruisen dood en leven elkaar. Op het kruis hangt de gestorven Jezus.
Maar voor ons christenen is het de Jezus van Pasen en de verrezen Heer.
Dood en geloof in het leven hangen met elkaar nauw samen.
In het oog van de dood is de vraag wat erna?
Sterven blijft sterven. Sterven blijft pijnlijk, sterven blijft moeilijk.
Het is een valpartij. Je valt uit het leven. Je valt letterlijk uit je gezondheid.
Je valt ook uit het netwerk van je vrienden, van je familie.
Dat is echt vallen. De dramatiek van het sterven kan je er niet uit halen.
Sterven is echt iets dat ten einde loopt en in het sterven vast loopt.
Hoe kijk je dan naar die valpartij?
Een mooie uitdrukking heb ik altijd gevonden:
“Je kunt niet dieper vallen dan in Gods handen.”
Het is vallen. Maar je valt wel in Handen. Dat doet me een beetje denken aan vaders die spelen met hun kind. Die mogen hun kind hoog gooien en laten vallen. Het kind mag zich daaraan gewonnen geven vanuit het geloof.
Maar handen zullen mij weer oppakken. Als je niet gelooft dat handen je weer zullen oppakken dan mag je niet springen. Dan mag je niet dúrven springen, niet willen springen.
Je kan springen omdat je gelooft: Er zullen handen zijn die mij opvangen.
Naar de dood kijken op die manier heeft iets.
Ik val, ik zal zoveel moeten loslaten, het zal pijn doen, hoe pijnlijk kan ik nu ook niet zeggen.
Ik zal vallen, maar ik zal vallen in Gods handen. Als gelovige spreken we God aan als Vader.
Daarin zit dat vaderschap ook. Een vader die zijn kind opvangt. En blij is dat hij het mag opvangen om er weer een nieuw hoofdstuk mee te schrijven in zijn leven. Ik hoop voor alle gelovigen dit vertrouwen. We vallen, maar we vallen in Gods handen. We vallen in de handen van een vader die ons vastpakt om dan met ons verder te stappen.
Bisschop Johan Bonny, Allerzielen 2017