Ligging >>>
Patroonheilige
Martinus van Tours, Sint-Martinus, Sint-Maarten, werd in 316 of 317 geboren in Steinamanger in West-Hongarije.
Hij was de zoon van een Romeins magistraat, hij nam op 15-jarige leeftijd dienst in het Romeinse leger en kwam bij een ruiterij in Gallië terecht.
In die tijd moet het beroemde voorval gesitueerd worden dat hij aan de stadspoort van Amiens de helft van zijn mantel aan een arme bedelaar schonk. In de nacht daarop zou Martinus Christus zelf hebben gezien, bekleed met deze mantel. Christus zou gezegd hebben: "Martinus heeft Mij met deze mantel bekleed."
Op 18-jarige leeftijd werd hij gedoopt en na het leger verlaten te hebben in het jaar 356, werd hij leerling van bisschop Hilarius van Poitiers. Deze nam hem op in de geestelijke stand.
Omstreeks 360 vestigde Martinus zich te Ligugé, ten zuiden van Poitiers, als kluizenaar. Als zodanig kreeg hij veel volgelingen, zodat daar in 361 het eerste klooster op Franse bodem ontstond. In 371 werd hij door het volk gekozen als bisschop van Tours, ondanks verzet van andere bisschoppen. Als bisschop bleef hij zijn monniksleven voortzetten en maakte hij uitgebreide missioneringsreizen, ook buiten zijn eigen diocees.
Omstreeks 375 stichtte hij een klooster te Marmoutiers (d.i. Maius monasterium = zeer groot klooster), dat een centrum werd van studie en missionering voor heel Gallië. Hoewel vurig strijder voor de orthodoxie, deed hij toch herhaalde pogingen om het hof te Trier over te halen tot een mildere houding ten opzichte van de Priscillianen. Deze bemiddelende houding wekte verzet bij Spaanse bisschoppen en ook bij zijn eigen clerus.
Martinus stierf op een van zijn missioneringsreizen te Candes bij Tours op 8 november 397. In triomf werd zijn lichaam naar Tours overgebracht en daar bijgezet.
De grote populariteit die Martinus genoot was vooral te danken aan Sulpicius Severus (*) en Gregorius van Tours die het leven van Martinus beschreven. Beide schrijvers behoorden tot de meest gelezen auteurs in de middeleeuwen.
Hij is met Antonius-abt de eerste die officieel vereerd werd als confessor, d.i. belijder (niet-martelaar). Enkele duizenden kerken zijn aan hem toegewijd. De Sint-Maartensbasiliek in Tours werd een nationaal heiligdom en reeds onder Clodovech I was Martinus de patroon van Frankrijk.
Zijn feestdag is 11 november.
Korte historiek Sint-Martinuskerk
In schriftelijke gegevens uit het jaar 1110 vinden we de vermelding "altaar" voor Edelare. We mogen er dus zeker van zijn dat er tussen 1110 en 1148 een kerk(je) stond in Edelare.
Het gebouw zoals we het nu kennen stamt gedeeltelijk af van een kapel uit de 13de eeuw die in blauwe hardsteen opgetrokken was. Rond 1400 heeft men die kapel omgebouwd tot een kerk door het verlengen van het schip en er een toren en een koor aan toe te voegen. Nog later kwamen daar twee zijbeuken bij. Zo verkreeg men de typische vorm van het Latijns kruis.
Gedurende de godsdienstoorlogen kreeg ook de kerk van Edelare heel wat verwoestingen te verwerken. De grootste ingreep gebeurde in het begin van de 19de eeuw: men verplaatste de bouwvallige sacristie naar het portaal onder de toren. Ook de ingangsdeur en het koor werden verplaatst. Bovendien verving men de puntboogvormige zoldering door een topplafond.
Dit alles neemt echter niet weg dat in het jaar 1873 de kerk geen dienst meer deed; zij bevond zich in een te erbarmelijke toestand om er een eucharistieviering in te laten doorgaan. De parochie Edelare werd dan ook verenigd met de parochie Volkegem tot 11 juni 1876. Dan werd E.H. Carolus Verheyden aangesteld als nieuwe pastoor.
Zijn grootste verdienste was het terug in ere herstellen van de kerk. Het hele familiefortuin van E.H. Verheyden was nodig om dit (schijnbaar) onmogelijke werk te verrichten.
Op 12 juni 1876 begon hij het herstel van de kerk en op 24 juni 1876 werd de eerste steen van de pastorij gelegd. Ondertussen diende de kapel van Kerselare als kerk en verbleef de pastoor ook daar. Op 1 mei 1879 was de nieuwe pastorij al bewoond, maar er zijn geen gegevens wanneer de nieuwe kerk precies werd voltooid.
Bijna honderd jaar later, op 15 mei 1973, kreeg de kerk een zware klap te verduren: ze doorstond een zware brand. Tegelijk werd bewezen dat de parochie tot veel in staat was: in minder dan geen tijd herrees de kerk in al haar eenvoud en schoonheid. De kerk domineert tot op heden het prachtige landschap in de omgeving van de Edelare.
Eerste priester: 1227-1243 Gossuissus
Bezienswaardigheden
Oude grafsteen in de middenbeuk van Lieven de Cordier overleden in 1549
Oude grafsteen van priester met zijn moeder 1551. Het is niet zeldzaam een priester met zijn moeder op een zerk te vinden, maar wat zeldzaam is en alleen in Edelare wordt gevonden, is dat de moeder zich langs de rechterkant van de priester bevindt. Altijd, uitgezonderd te Edelare, geeft de moeder de rechterkant aan haar zoon uit eerbied voor het priesterschap.
Schilderij van Tahon en een schilderij van Vanden Abeele, 2 kunstschilders die op Edelare hebben gewoond
Gerestaureerde calvarie aan de buitengevel van de kerk