Toen Jezus stierf, werd alles donker.
Niet alleen buiten, maar vooral in de harten van mensen.
De leerlingen zaten er verloren bij:
hun Meester vermoord, hun hoop gebroken,
en vooral die droom van een nieuwe hemel en een nieuwe
aarde in rook opgegaan.
Ze begrepen het niet, ze konden het niet begrijpen.
Onzekerheid sloeg om hen heen. Hoe moest het nu verder.
Er was ook die gegronde angst: wat Jezus overkwam, zou ook
wel eens aan hen, aan ons kunnen gebeuren.
Maar ondanks alles, was in 't diepst van hun hart
de hoop blijven leven,
zo sterk als een vlam,
zo zwak en teder
als het licht van de paaskaars.