In 2017 gedenkt het Genootschap van de Zalige Idesbald en de gemeente Koksijde de 850-ste verjaardag van het overlijden van Idesbald van Ten Duinen. Hij overleed als derde cisterciënzerabt in 1167 in Koksijde. Het Genootschap van de Zalige Idesbaldus werd in 1994 in Koksijde opgericht om de devotie tot de Zalige Idesbald te bevorderen en richt daartoe jaarlijks de bedevaart naar ‘Baaldjes Kruus’ in en organiseert bovendien op de eerste zondag van augustus een openluchtmis in de ruïnes van de Duinenabdij te Koksijde. Het Genootschap organiseert met de Parochiale Eenheid Ster der Zee en de gemeente Koksijde de jaarlijkse bedevaart naar het kapelletje van de Zalige Idesbaldus van Ter Duinen op maandag 24 april. Abt Leo Van Schaverbeeck van de Sint-Bernardusabdij in Bornem en ereburger van Koksijde gaat de plechtigheid voor.
Het volledige programma lees je hieronder:
Zaterdag 22 april: Sint-Pieterskerk 17u. eucharistieviering
Jaarlijkse eucharistieviering voor de intenties van de bedevaarders, abt Leo gaat de dienst voor. Het Sint-Niklaaskoor uit Oostduinkerke luistert de viering op.
Zondag 23 april: O.-L.-Vrouw Ter Duinenkerk eucharistieviering
Feestelijke eucharistieviering om gedenkjaar te starten.
Zondag 23 april: Sint-Pieterskerk, 16u. vesperdienst
Vesperdienst voor de Zalige Idesbald voorgegaan door abt Leo
Maandag 24 april: 14u. Bedevaart naar Baaldjes Kruus
Bedevaart voorgegaan door abt Leo met assistentie van vele abten uit Vlaanderen.
Zondag 6 augustus: openluchtviering in de ruïnes van de Abdij Ten Duinen
Viering voorgegaan door Mgr. Lode Aerts, bisschop van Brugge.
Abt Leo Van Schaverbeeck wordt ereburger van Koksijde
Abt Leo van Schaverbeeck is de laatste cisterziënzerabt van België. Hij werd geboren in 1939 in Temse als Armand Van Schaverbeeck. In 1993 werd hij de 47ste abt van de cisterziënzerabdij Sint-Bernardus in Bornem. Abt Leo van Schaverbeeck is de voorbije decennia een vaste gast in Koksijde. Sinds de bedevaart naar ‘Baaldjes Kruus’ dat met de oprichting van het plaatselijke Idesbaldusgenootschap in 1994 een nieuwe impuls kreeg, was Abt Leo jaarlijks op de bedevaart aanwezig. Lange tijd leidde hij afwisselend met abt Gerardus Hopstaken (1930 - 2016) van de cisterziënzerabdij Mariënkroon (Nederland) de plechtigheid in Koksijde. Wanneer abt Gerardus door ziekte niet meer in de mogelijkheid verkeerde om naar Koksijde te komen, leidde abt Leo jaarlijks de erediensten op de bedevaart en de openluchtmis op de archeologische site van de Duinenabdij. Met zijn aanwezigheid en bijdrage aan deze plechtigheden, geeft hij deze jaarlijkse activiteiten een belangrijke meerwaarde en een belangrijke betekenis voor de deelnemers. Vanuit de functie van voorganger van deze bedevaart en de vieringen, draagt hij bij tot een bredere bekendheid van de gemeente en de jaarlijkse herdenkingen van de Zalige Idesbald, derde abt van de plaatselijke cisterziënzerabdij Onze-Lieve-Vrouw-ten Duinen rond wie in de contrareformatie een volksdevotie ontstond.
Het Genootschap onderhoudt heel nauwe contacten met abt Leo Van Schaverbeeck en sinds jaren is er een warme vriendschapsband ontstaan. Het abdijmuseum ontleent frequent werken uit de befaamde abdijbibliotheek. Hij is reeds ereburger van de Zuid-Franse stad Gordes. De abdij van Senanque in de nabijheid heeft een nauwe band met de Bernardusabdij.
Jubileumjaar Zalige Idesbald
Over het lijk in de loden kist van de Zalige Idesbald opgegraven in de abdij Ten duinen wisten tot voor kort de wetenschappers het meest. Ze wisten zeker dat de stoffelijke resten van de Zalige Idesbald waren en dat die ruim 400 jaar later nog altijd bewaard werden in Brugge. Daarom werd een wetenschappelijk onderzoek gestart, niet alleen op zijn lichaam maar op het volledige schrijn van Idesbald. Dit schrijn is bewaard in de kerk van Onze Lieve Vrouw Ter Potterie. Wetenschappers van verschillende disciplines en geschiedkundigen uit verschillende instituten en universiteiten zijn het onderzoek op 23 februari 2015 gestart. De nationale pers was uitermate geïnteresseerd toen de kist werd geopend. De resultaten van dit onderzoek werden in juni 2015 bekend gemaakt. De ‘inhoud’ van de kist dateert van 1470 tot 1623 (de opgraving). Dus kunnen de stoffelijke resten absoluut niet van de Zalige Idesbald zijn omdat die overleed in 1167. Een vloedgolf trok door de streek!
Wat wisten we voorheen over de Zalige Idesbald en wat weten we anno 2017 nog met enige zekerheid over deze streekheilige?
Wat wisten we?
Idesbald van der Gracht, beschermeling van graaf Diederik van den Elzas en hofkapelaan van gravin Sybille, streek in 1135 een prebende op als kanunnik van het Sint-Walburgakapittel in Veurne. Hij zei dit kerkelijk ambt met vaste vergoeding en geen of weinig plichtplegingen vaarwel om een decennium later in te treden in de jonge cisterciënzerabdij O.-L.-V. Ten Duinen in Koksijde. Zat de krachtige stem van de H. Bernardus op bezoek in Veurne er voor iets tussen? Allicht. Als geschoold clericus met een uitgebreid netwerk – Idesbald kon lezen, schrijven en zingen – bevorderde de nieuwbakken cisterciënzer snel van portier tot cantor. Maar Idesbald zag niet alleen toe op het goede verloop van de officies. Hij droeg ook zorg voor het archief en de bibliotheek. Tevens was hij secretaris van de abt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Idesbald in 1155 door zijn medebroeders tot abt werd verkozen. Hij was de eerste monnik uit de eigen gemeenschap die deze eer te beurt viel. De eerste twee cisterciënzerabten kwamen immers uit Clairvaux en keerden na hun mandaat terug naar hun moederabdij. Te koud aan zee! Onder Idesbalds bestuur kende de Duinenabdij een economische groei. Zo verwierven de monniken enkele nieuwe domeinen en knoopten ze handelsbetrekkingen met Engeland aan. Idesbald stierf in 1167. De monniken begroeven hem in een loden kist. Dat strookte dan wel niet met de sobere funeraire gebruiken van de orde, maar voor belangrijke abten of monniken die kans maakten op een latere verering was een inbreuk op de gewoonten gerechtvaardigd. En belangrijk was Idesbald: hij had niet alleen een voorbeeldig leven geleid, als eerste abt verkozen uit de groep monniken van de Duinenabdij zou hij ook gelden als permanent spiritueel voorbeeld voor alle volgende generaties monniken. Op het einde van de twaalfde eeuw prijkte de naam van Idesbald al in het menologium (kalender van de heiligen) van de Orde van Cîteaux. Voortaan werd hij de ‘gelukzalige abt’ en de weg van de verering op zijn sterfdag 18 april 1167 lag zo vast.
Wat weten we nu?
Om met zekerheid feiten als historisch correct te noemen, moeten we een beroep doen op geschreven bronnen. De oudste bronnen over de begineeuw van Ten Duinen en over Idesbald stammen uit de 15 de eeuw. Dus een ruime 300 jaar na sterfdatum. Toch zijn die bronnen redelijk betrouwbaar omdat die steunen op verhalen over de stichting van de abdij en over de eerste abten.
Een betrouwbare bron vermeldt dat Idesbald in 1155 cantor was in Ten Duinen toen hij nadien als abt verkozen werd. Hij leidde die abdij 12 jaar. Idesbald overleed in 1167 en werd in de abdij begraven. Meer valt er jammerlijk genoeg niet te noteren.
Was hij voordien kapittelheer in de Sint-Walburgakerk te Veurne? Wel staat historisch vast dat een gewezen kanunnik van Veurne inderdaad cantor van Ten Duinen werd. Maar of dat Idesabald was staat niet vast.
Ook de hypothese dat Idesbald een herenboer uit Eggewaartskapelle was, houdt helemaal geen steek.
Maar nu terug naar de abdij. Dat hij portier is geweest in de abdij Ten Duinen staat ook nergens geschreven. Als cantor stond Idesbald in voor het goede verloop van de liturgische diensten. Hij was verantwoordelijk voor de boeken en de muziek. Dus kon hij schrijven en lezen. De cantor was dus een belangrijke functie en het is niet verwonderlijk dat de gemeenschap hem als abt uit hun midden koos.
Idesbald wordt aanzien als de patroon van de Vlaamse adel. Eeuwen werd de Zalige Idesbald gelinkt aan de adellijke familie Van der Gracht. Het wetenschappelijk onderzoek op het DNA van de stoffelijke resten wees uit dat er geen verband is met de nog levende nazaten van de familie Van der Gracht. Voor 1600 werd Idesbald immers nooit met de toenaam ‘Van der Gracht’ genoemd. We noemen hem voortaan best Idesbald van Ten Duinen. Zo wordt hij in een oorkonde van 1157 genoemd als Idesbaldus, abbas de Dunis. Hij treedt er als getuige op in een grafelijke bevestiging ten voordele van de Tempeliers. In andere documenten verschijnt hij als Ydesbaldus abbas of Idesbaldus Dunensis ecclesiae of nog als Frater Idesbaldus vocatus abbas. Vele abten waren getuige bij akten of sloten akkoorden bij geschillen en dat gebruik was in die tijd niet ongewoon.
De bekendste kroniekschrijver van de abdij Ten Duinen vermeldt dat Idesbald een ‘flinke’ abt was die in 1167 begraven werd en dat zijn stoffelijke resten in 1237 met die van vele andere overledenen overgebracht werden naar de nieuwe kapittelzaal. Hij werd daar herbegraven nadat de kist werd geopend en een wonderlijke geur werd waargenomen. Dat hij gold als een heilige en in een loden kist werd begraven werd later aan de kroniek toegevoegd.
Onze Zalige Idesbald heeft het statuut van een volksheilige. Hij wordt regionaal aanroepen tegen koorts en reuma en is de patroon van vissers, landbouwers en de Vlaamse adel. Vele Koksijdenaars en mensen van heinde en ver bezoeken het kapelletje ‘Baaldjes Kruus’ met een bepaalde intentie: een smeekbede of een bedanking. We zien dit aan de bloemen of steentjes die vaak bij het kapelletje achtergelaten worden. In dit gedenkjaar willen we de gelegenheid geven aan allen om een intenties te formuleren en die kenbaar te maken, liefst anoniem.
Je kan die intenties neerschrijven en in een envelop bezorgen aan de parochiepriester of richten aan Genootschap zalige Idesbald, Helvetiastraat 41, 8670 Koksijde
Je kan die intentie neerschrijven en in een envelop stoppen in de urnes bij het beeld van de Zalige Idesbald in de Sint-Pieterskerk in Koksijde-Dorp, of bij het beeld van Zalige Idesbald in de O.-L.-Vrouw Ter Duinenkerk;
Je kan die intentie neerschrijven en mailen naar Idesbald2017@gmail.com
De intenties worden gegroepeerd en voorgelezen in de viering van 22 april, tijdens de bedevaart op 24 april of in de intentiesmissen opgedragen gedurende het jaar in de Sint-Pieterskerk.
In 1894 werd Idesbald door paus Leo XIII zaligverklaard. Zijn feestdag is op 18 april. Hij is patroonheilige van de zeelieden, de Vlaamse adel en wordt aanroepen tegen koorts, jicht en reuma.
Voordat een overledene officieel door de paus heilig verklaard wordt, vindt een opeenvolging van onderzoekingen plaats. Aan elk stadium van onderzoek beantwoordt een 'rang' van kerkelijke erkenning. Er zijn vier stadia. Wanneer een overleden gelovige geruime tijd na zijn of haar dood nog steeds verering geniet, kan er een officieel verzoek tot kerkelijke erkenning uitgaan naar de plaatselijke bisschop. Na een eerste vluchtige beschouwing wordt de overledene op een lijst geplaatst en aangeduid met Dienaar Gods. Dit is de eerste fase.
Na onderzoek van levenswijze, teksten en wonderen van de 'Dienaar Gods' gaat een bericht naar de Heilige Stoel in Rome. Wanneer daar de kwaliteit van het bisschoppelijk onderzoek wordt bevestigd is de vereerde opgeklommen tot Eerbiedwaardige. Nu worden vooral de wonderen onderzocht die aan de voorspraak van de Eerbiedwaardige in de hemel worden toegeschreven. Wanneer de paus deze erkent, wordt de vereerde persoon Zalig verklaard. In feite houdt dit in dat de plaatselijke verering door de paus wordt goedgekeurd en erkend.
Volksdevotie en heiligenverering zijn in Vlaanderen een uitzondering geworden, zou men toch denken. Grote bedevaartsoorden zoals Banneux in België of Lourdes en Compostella in het buitenland zijn hierop uitzonderingen. Maar ooit is het anders geweest. In andere tijden waren ze de waardemeter van het geloof. Wanneer geen medische oplossingen aanwezig waren, was God de enige, eerste en laatste hulp bij problemen. Ook in Koksijde waren kapellen bakens van een eeuwenoude geloofsovertuiging. Het Clercqskapelletje, het kapelletje van O.-L.-V. Altijddurende bijstand en Baaldjes Kruus zijn daar sterke voorbeelden van. Een gelovig mens beschouwt een heilige of zalige als iemand die dicht bij God staat. Hij is de concrete en tastbare vertegenwoordiger en voorspreker bij God. Om hun voorspraak wordt gebeden, ook in de eucharistieviering. Men verwacht van de zalige dan ook een grote bovennatuurlijke kracht. En de zichtbare relieken van die zalige vormen als het ware stukjes hemel op aarde. Het reliek van de zalige Idesbald was heel belangrijk omdat het hele lichaam bewaard werd.
Op 21 juni 1968 in de Potterie werd het rechterdijbeen van Idesbald uit het schrijn in de Potterie in Brugge verwijderd voor de Onze-Lieve-Vrouw ter Duinenparochie van Koksijde. Er is een verslag met foto’s opgesteld. Naast de hulpbisschop van Brugge, Mgr. De Keyzer waren verschillende andere personaliteiten en professoren van het Grootseminarie aanwezig. Later zijn relikwieën gemaakt van de watten waarop de beenderen van Idesbald werden gelegd.
De traditie om rond 18 april naar Baaldjes Kruus te trekken kende reeds een lange geschiedenis. Na een periode van mindere belangstelling voor dit gebeuren werd in Koksijde in 1994 het Genootschap van de Zalige Idesbald opgericht. De viering van 100 jaar zaligverklaring lag aan de basis.
Genootschappen liepen eertijds samen met het ontluiken van nieuwe vormen van devotie. Ze kenden vooral, waarschijnlijk onder invloed van de contrareformatie, in de 17de eeuw een grote bloei. De regels waren eenvoudig: deelnemen aan plechtigheden van het Genootschap.
De verering van Idesbald is een schoolvoorbeeld wat volksdevotie betreft. Ook al werd hij van heinde en verre aanzien als een heilige, het is pas in 1894 dat zijn statuut door Rome officieel werd aanvaard. Naar de letter was Idesbald al die jaren voordien een ‘schijnheilige’. Vóór de officiële zaligverklaring van Idesbald in 1894 werd zijn verering getolereerd, meer zelfs, aangemoedigd en versterkt.
Wanneer in 1831 Idesbald een nieuwe rustplaats krijgt in de Potterie leidt dit in Brugge niet tot een grote volkstoeloop. Bruggelingen lagen niet wakker van de patroon van de vissers. In Koksijde daarentegen moet Idesbald vanaf het begin van de 17de eeuw een persoon geweest zijn waar een bijzondere devotie voor bestond. De ontdekking van zijn ongeschonden lichaam, versterkte dit. In 1819 hadden de vijf laatste monniken van de abdij van Koksijde immers een kapel op die vindplaats gebouwd. Idesbald werd vaak aanbeden door de vissers uit de streek en werd daarom ook voorgesteld met een schuitje in de hand, als patroon van de zeevaarders. Er werden op zee heel wat beloftes voor ‘een goede thuiskomst’ gedaan.
Aan Idesbald zijn ook verschillende mirakels toegeschreven en de meeste hebben zich uiteraard voorgedaan in Koksijde. Bij Gérardine Rychaert uit Veurne werd in 1624 een duiveluitdrijving uitgevoerd na een bezoek aan Idesbald. Eerdere pogingen waren mislukt. Op 2 oktober 1625 bezocht Dame Marie Briois, cisterciënzerin uit Marquette (bij Rijsel) de relieken van Idesbald en werd genezen van haar zware migraine. De kustbewoners begonnen Idesbald te vereren en er werd een kruis geplaatst op de plaats waar hij werd gevonden. Op 11 juni 1798, in de nadagen van de Franse Revolutie, werd dit kruis verwijderd en verbrand om in 1983 door een nieuw te worden vervangen. Nogal wat vissers namen een stukje hout van ‘Baaldjes Kruus’ mee op hun zeereizen. Het stukje hout werd door de vrouw in hun kledij genaaid om hen zo te behoeden voor rampspoed.
Guido Gezelle schreef het eerste bedevaartlied en de kapelmeester van de Sint-Salvatorkathedraal componeerde de muziek. Tot in het begin van de 21ste eeuw klonk in Koksijde het bekende bedevaartslied: “ In de nood, uw volk en bloed, voor de troon van God getreden Idesbald. Idesbald uw hulp gebeden voelen doet!”.
Pastoor Pol Dehullu schreef in 2008 een nieuw lied dat als volgt startte: “Een dorpsheer in het polderland, bestuurt de streek met vaste hand, waakt over ’t kiemen van het graan en dat geen onrecht wordt gedaan.” Nogal passages eruit verwezen naar historische feiten die nu geen steek meer houden. Daarom schreef hij voor het gedenkjaar 2017 een nieuw lied. Het zal voor het eerst op de bedevaart van 24 april weerklinken. “Zingen wij het lied van Idesbald, abt en herder van Koksijde, eeuwenlang vereerd in ’t Vlaamse land, voorbeeld voor ons doorheen de tijden. Hij die zei: ‘Mijn broeders wil ik dienen, nederig van hart en toegewijd. Niets op aarde wil ik nog verdienen, maar het rijk van God, in eeuwigheid! ”
Op zondag 23 april worden de vespers gezongen ter ere van de Zalige Idesbald.
Het getijdengebed van de Kerk kent verscheidene gebedsuren door de dag heen: morgengebed of lauden, lezingendienst of metten, gebed overdag (terts, sext en noon), avondgebed of vespers en dagsluiting of completen. De twee voornaamste gebedsuren zijn de lauden en de vespers, het morgen- en het avondgebed. Deze zijn ook het meest geschikt om in de parochie te bidden. De andere gebedstijden worden vooral in abdijen gebeden. Priesters, diakens en religieuzen gebruiken het brevier voor de getijden.
De opbouw van het getijdengebed kent een duidelijke structuur. Bijvoorbeeld in de vespers: openingsvers, hymne, enkele psalmen met hun antifoon, kantiek, Schriftlezing, lofzang uit het evangelie, slotgebeden, Onzevader, afsluitend gebed, zegen en zending. In een vesperdienst wordt als evangelische lofzang het Magnificat gezongen. Dit is het loflied van Maria.
Op kerkelijke hoogfeesten zijn er twee vespers: de eerste vesper wordt gezongen in de vooravond, de tweede op de dag zelf. In Koksijde wordt de naamdag van Idesbald met de rang van hoogfeest gevierd. De vesperdienst op zondag is dus de eerste vesper. De antifonen die de psalmen inleiden en afsluiten gaan terug op teksten van de heilige Bernardus, stichter van de cisterciënzerorde.
Iedereen is van harte welkom op de vesperdienst die om 16u. in de Sint-Pieterskerk plaatsvindt. Abt Leo Van Schaverbeeck van de Sint-Bernardusabdij uit Bornem gaat de dienst voor. Na de dienst wordt een receptie aangeboden.
(J.-M. Dhaenen)
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.