De voorbereiding op de gezinsviering sluit naadloos aan op de vormselbeurt van daags tevoren. In een heuse vormselquiz bewijzen onze jongeren dat ze de essentie van het sacrament van het vormsel alvast theoretisch onder de knie hebben. Applaus voor het team van Ellen, dat een foutloos parcours rijdt.
Zoals de betekenis van de naam van elk van ons een rol speelt bij de sacramenten, zo is ook de naam van God betekenisvol: ‘Ik zal er zijn’. Dat is een engagement dat gehoord werd bij de Uittocht, maar dat is ook een belofte voor vandaag en voor morgen. Durven ook wij beloven dat we er zullen zijn voor onze naasten, voor God? God werkt immers in deze wereld doorheen ons allen. Ook nu worden we aan onze opgave als christenen herinnerd.
Pastoor Hans diept het evangelie van de vijgenboom die nog een extra kans krijgt om vrucht te dragen verder uit. De kinderen van het eerste leerjaar mogen intussen in de sacristie luisteren naar het verhaal van de papa met 2 zonen en stilstaan bij feesten en tafelen. ‘Kom aan tafel’ zingen ze daarna vrolijk rond het altaar.
Ook dat ander luik van de vormselbeurt, over ‘gevoelens’, vindt sporen in de gezinsviering. In de aanloop luisteren we naar de brief van de paus, die zich heel kwetsbaar opstelt wanneer hij zijn verdriet uit bij het lijden dat sommige kinderen moeten doorstaan. Tot slot van de viering dan weer, zijn er de wakkerhoudertjes. Elke vormeling ontvangt een gift, met name een kaartje met daarop een grote ‘DANKJEWEL’. Gave die meteen ook opgave wordt, want het is de bedoeling dat deze kaartjes terecht komen bij de mensen aan wie de vormelingen hun dankbaarheid willen tonen. We laten anderen delen in onze dankbaarheid. Laat dat nu net het thema van ons vormseltraject zijn…
(BV)