Homilie uitvaart E.H. Georges Bulcke door E.H. deken W. Jonckheere
"Witte Donderdag is voor priesters een bijzondere dag en voor Georges vandaag heel speciaal. Op Witte Donderdag begraven worden lijkt wel de bevestiging te zijn van een roeping en engagement. Georges heeft zijn leven ten dienste gesteld van Jezus en zijn Kerk. Zo schrijft hij letterlijk: ‘Het liefst van al stond ik bij de jeugd. Ik gaf bijzonder graag les en bereidde me daarop voor, telkens tot in de puntjes: catechese, Nederlands, en vooral latijn en Grieks. De Chiro heeft mijn leven grondig beïnvoed. Ik mocht een groep leiden van 130 man gedurende 35 jaar. Ik heb in het totaal 150 leiders gekend. Elke zaterdagavond zaten wij samen voor organisatie, bezinning. Daarna gingen wij op café! Ik maakte 35 bivakken van 10 dagen mee, met de tent, tot in Duitsland. Ik heb een aantal schitterende leiders gekend. Met sommigen heb ik nog contact. Priester-zijn is nog steeds het belangrijkste in mijn leven. Daar leef ik voor’. Wellicht waren de omstandigheden om dit te wagen, eind de jaren veertig en begin de jaren vijftig, gunstiger dan op onze dagen. Gaandeweg is Georges daarin gegroeid, zoals het uit meerdere van zijn geschriften blijkt.
Priester-zijn is delen in Jezus’ zorg voor de mensen. Zelfs in een Godvergeten tijd en een geëmancipeerde wereld is er nood aan bezieling en leiding. Hoezeer het christelijk geloof op onze dagen onder druk staat en zich dus bevindt in de hoek waar de klappen vallen, het heeft zijn degelijkheid in de loop van de geschiedenis ruimschoots bewezen. Daarom hoop ik dat er ook in de toekomst mensen gevonden worden die Jezus’ boodschap als roeping ter harte nemen. Mensen die zich engageren om in woord en daad, in gebed en sacrament Jezus’ gratuïte liefde gestalte te geven. Want Jezus heeft in onze mensengeschiedenis iets binnengebracht dat wij nergens elders vinden. Zo schrijft één van zijn oud-leerlingen, Jan Rossey, vanuit Caldey abbey in Wales. ‘Georges was een goede man en een goede priester. Voor mij betekende hij heel veel. Mijn roeping tot het priesterschap en het monnikenleven heb ik aan hem te danken. Hij bracht mij in contact met Sint-Sixtus, hij bracht mij naar allerlei plaatsen en evenementen die mijn gelovig leven hebben gevoed. Ik ben wie ik ben, voor een groot deel dankzij hem. Zijn voorbeeld als leraar en proost in de Chiro van Nieuwpoort, zijn humor, zijn liefde voor de auto en ritten naar de Ardennen: zoveel mooie herinneringen. Zijn uitvaart mag echt een Witte Donderdagviering zijn: niet paars, niet grijs of zwart maar wit uit dankbaarheid om zijn inbreng en omwille van zijn verrijzenis tot eeuwig leven’.
Jezus’ zending had van meet af aan nood aan een diepere bron. Dit wist Jezus ook. Onstandvastig als de leerlingen uit zichzelf waren, zouden zij nooit die opdracht aankunnen als zij niet leerden in Jezus’ naam samen te komen. Daarom heeft Jezus hen een dergelijk samenzijn aangereikt, de avond voor zijn sterven. In de tekenen van brood en wijn blijft Hij zichzelf geven, tekenen die herinneren aan zijn gratuïte zelfgave, zijn leven lang tot aan zijn dood op het kruis. Zo heeft Hij laten zien wie zijn hemelse Vader in werkelijkheid is, zo heel verschillend van onze spontane Godsbeelden.
Hoe belangrijk de eucharistie ook is, zij is geen doel op zich. Zij geeft ons de kracht en inspiratie om dienstbaar in het leven te staan. Dat heeft Jezus laten zien in de voetwassing. De zorgen en bekommernissen van mensen mee helpen dragen, luisteren naar hun unieke verhaal. Niet verlamd geraken door interne problemen, zegt paus Franciscus in zijn exhortatie ‘Evangelii Gaudium’, maar naar buiten treden en de vreugde van het leerling-zijn uitstralen. Als christenen leven wij vanuit een diepere intensiteit. En dat was in alle eerlijkheid en bescheidenheid de betrachting van Georges.
Om hem als mens te typeren maak ik dankbaar gebruik van de tekst op zijn gedachtenisprentje:. ‘Dankbaar voor het leven dat ik leiden mag, ben ik van nu af een tevreden mens. Ik krijg een steeds prettiger humeur en elke dag pas ik mij aan, relativeer ik en word ik begrijpender. Ik voel levensvreugde en dat werkt aanstekelijk op anderen. Ik geniet van de warmte en de vriendelijkheid van de zorgende mensen rondom mij. Zelfs in deze moeilijke tijden moeten wij proberen deze stemming aan te houden. Dankbaar, nederig en positief in het leven staan en aanvaarden, wanneer de tijd rijp is, om de overstap te wagen. Voorbij dood en onmacht opstaan aan de andere kant van de oever, bij hen die ons zijn voorgegaan, in de zekerheid dat God ons draagt.
‘Het is een schoon ding een goed mens te zijn’ de spreuk ontleend aan de Kleine Johannes van Frederik Van Eeden, die wij eveneens op zijn gedachtenisprentje vinden. Georges was een milde priester die zonder opdringerigheid, zijn roeping trouw bleef. Hij heeft zich na zijn actieve loopbaan als leraar in de landbouwschool, als directeur van het Sint-Bernarduscollege te Nieuwpoort en tenslotte als pastoor te Boezinge, twintig jaar als hulppriester ingezet voor de parochie O.L.Vrouw ter Duinen te Koksijde. Hij bleef er een aangename en graag geziene collega. De laatste maanden verbleef hij in de buurt van zijn nicht Carine te Koekelare, die hem naar best vermogen verzorgd heeft. Ik wil haar daar uitdrukkelijk voor danken.
‘Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer, aan niets ontbreekt het mij. Ik vrees nu geen gevaren meer want Gij staat m’ altijd bij’ zingen wij in een vertrouwde versie van psalm 23. ‘Al moet ik het duister in van de dood, ik ben niet angstig, U bent toch bij me. Uw stok en uw herdersstaf geven mij moed en vertrouwen!’ klonk het in de eerste lezing, in een meer recente vertaling. Vandaag mogen wij Georges toevertrouwen aan onze eigenlijke Herder. Ongetwijfeld zal Hij Georges welkom heten met dezelfde mildheid die hem als priester eigen was. Mocht Hij de fouten en tekorten in Georges leven genadig voorbijzien en hem de eeuwige beloning schenken. Mocht Hij daar voor ons bidden, onder meer voor het welzijn van deze parochie waar hij is opgegroeiden voor het welzijn van de vele mensen die hij op zijn levenstocht mocht ontmoeten.
Hieronder het bidprentje van Pr Georges.