Jezus leeft in de woestijn midden de wilde dieren. Hij wordt door de satan beproefd. De engelen verzorgen hem. Wat een dubbele confrontatie.
Tijdens de voorbije winterprik zijn meer dan anders gekwetste vogels in de dierenopvang binnengebracht. Sommige konden worden opgelapt, een vleugel hersteld, een pootje gespalkt. Na enkele dagen konden ze terug de vrije natuur in. Zijn dat wilde dieren? Moeten wij diensten organiseren om wilde dieren die te lijden hebben onder gewone natuurverschijnselen te verzorgen?
Jezus heeft af te rekenen met de satan en met wilde dieren. Hij verblijft in de woestijn, daartoe aangespoord door de heilige Geest. Wij missen misschien vrijheid, maar de woestijn is het toch niet waar wij leven. Wilde dieren zijn er wel.
Wat zijn de wilde dieren in ons die ons bedreigen? De veertigdagentijd nodigt ons uit daarover te bezinnen. Welke wilde dieren krijg ik moeilijk klein? Is het gemakzucht, of ikzucht? Of is de drang om geld uit te geven een wild dier? Er zijn veel wilde dieren in de moderne tijd.
Jezus krijgt ondersteuning van Gods engelen zegt het evangelie. Gelukkig zijn die er vandaag ook voor ons. Wij kennen mensen die ons verleiden om het goede te doen, om een luisterend oor te zijn, of om een telefoontje te doen naar iemand die alleen zit. Sommige engelen nemen de vorm van een organisatie aan. Broederlijk Delen is een engel die ons wijst op het Zuiden en op de kracht van delen.
Het is waar, veel echte dieren worden bedreigd niet alleen door bar weer maar ook door menselijk ingrijpen in de natuur. Best dus dat de mens iets terugdoet en dierenopvangcentra organiseert. De wilde dieren in onszelf, moeten we uitdrijven. Engelen helpen ons en wij kunnen zelf een engel zijn. Een dubbele confrontatie en uitdaging, genoeg voor veertig dagen.