Jezus geneest twee vrouwen en opent voor hen de toekomst. Paulus prijst de mensen in Korinte om wat ze allemaal kunnen (en doen). Dat maakt toekomst mogelijk.
Overlevers van de oorlog vertellen soms over de uitbundige vreugde bij het einde van de oorlog. Iemand die herstelt van een zware ziekte leeft op als de krachten terugkomen. Of als je na een tijd werkloos te zijn, een toffe job vindt, begint een nieuw leven.
Dat is wat Jezus doet aan twee vrouwen. De eerste is al twaalf jaar ziek; de andere is twaalf jaar jong. Allebei zijn ze het volle leven kwijt. Jezus laat hen Gods liefde voelen en ze klaren op, alle twee.
Aan de grond daarvan ligt het vertrouwen in God. De vader van het meisje ging Jezus uitnodigen om naar zijn dochtertje te komen. De vrouw die jarenlang ziek was, wilde de zoom van Jezus’ kleed aanraken. Vertrouwen.
De schrijver van het oude boek Wijsheid zegt het op zijn manier: Alles ter wereld dient om het leven in stand te houden. Ook weer dat vertrouwen.
Jezus vertrouwt zelf helemaal op God. Dat geeft hem de kracht zijn leven te geven. Hij nodigt ons uit tot hetzelfde vertrouwen in Gods liefde. Misschien wordt dit jaar nog meer dan voorheen naar de zomer uitgekeken. Dat is begrijpelijk: vrijheid blijheid, deuren open en elkaar ontmoeten. Als christenen verwachten wij de echte zomer; wij verwachten dat dood wordt gekeerd in leven.
Als mensen uit een netelige tijd terugkomen, zijn zij verheugd om de toekomst die hen geven is. Laten wij zo blij zijn om de zomer die pas begonnen is. Maar laten we vooral uitkijken naar de toekomst die Jezus belooft en waar maakt. Laten we hem vertrouwen.