De deuren zijn gesloten, maar de Christus komt binnen. Niets houdt hem tegen.
Vooraan in de kerk is een blinkend deurtje te zien. Het is de dikke deur die het tabernakel afsluit. We gebruiken zo’n deur niet om Jezus op te sluiten. Wij willen met eerbied zorg dragen voor de hosties die van de eucharistieviering zijn overgebleven. Dat houdt de Christus niet tegen om levend onder ons te zijn.
We hebben dat gehoord in het evangelie. De leerlingen van Jezus, zijn beste vrienden, zijn bang. Jezus is gedood en zij denken dat zij ook zullen opgepakt worden en zullen gedood worden. Daarom hebben ze zichzelf opgesloten. Ramen en deuren van het huis zijn dicht zodat niemand hen kan vinden. En plotseling staat Jezus in hun midden. Geen deur, hoe zwaar of hoe dik die ook mag zijn, kan hem tegenhouden om bij de mensen te zijn.
De Christus komt ook naar ons toe. Hij is bij ons, altijd. Ook als wij ons voor hem verbergen, of als wij ons voor hem afsluiten - komt Hij naar ons toe. De Heer komt niet om ons te straffen of te vermanen. Hij komt om vrede te brengen. “Vrede voor jullie”, is zijn eerste woord.
Het deurtje van het tabernakel hebben we mooi versierd, want we hebben eerbied en we zijn voorzichtig met Jezus die zichzelf schenkt aan ons. In de eucharistieviering ontmoeten wij Jezus in zijn Woord en in de Gaven van zijn Lichaam en Bloed. Hier kunnen we hem altijd ontmoeten.