Jezus wordt het lastdier waar in de eerste lezing wordt naar verwezen. Zijn lichte last staat tegenover de zware last die de vele wetten en voorschriften van Farizeeën geworden zijn.
De Europese Unie bulkt van wetten en voorschriften over voeding, kleding, milieu, etiketten op verkochte waren, enzovoort. Al die voorschriften zijn in jaren en jaren tot stand gekomen.
In de tijd van Jezus was de Tora een zware last geworden. Niet de Tora was lastig maar wel de vele wetten en voorschriften van de Farizeeën wogen zwaar op de mensen. Ze kregen het bijna niet meer gedaan om alles stipt na te leven. Gehoorzaam alles volbrengen was een doel op zich geworden.
Jezus wil daar komaf mee maken. Hij nodigt de mensen uit bij hem te komen, want zijn last is licht en zijn juk is zacht. Jezus’ gebod is de opdracht om lief te hebben en mee te bouwen aan het rijk Gods, vrede voor iedereen. Daarvoor is geen uitgebreid wetboek nodig.
De wetgeving van de E.U. is zeer uitgebreid. Dat kluwen moet nu voor Groot-Brittannië ontward worden. Dat zal jaren duren. Gelukkig is Jezus eenvoudiger. De goede wil en de overtuiging om te leven zoals Hij, volstaan. Wat een bevrijding.