Drie gelijkenissen die zeggen hoe het rijk Gods vreugde meebrengt die je wilt delen. Als je wilt binnengaan en deelnemen.
Enkele dagen geleden vertelden twee huismoeders over de chaos die een gezin kan inpalmen. Moeder moet op alle vragen een antwoord geven. Gelukkig is er af en toe een knuffelmoment, een ogenblik van slapen gaan, een gebedje zeggen, een verhaaltje vertellen, een nachtzoentje geven... Het zijn rituelen die alles weer in elkaar laten passen. Dan weet je: zo is het goed. Je voelt je opgelucht, gelukkig en blij.
Driemaal zien we dat in de evangelielezing van vandaag. Alles ligt overhoop door een schaap dat is verdwaald, een munt die verloren is gelegd, een zoon die van het voorziene pad is afgedwaald. Maar iedere keer eindigt het met opluchting. De puzzelstukjes klikken in elkaar. Zo is het goed.
Die gelijkenissen van Jezus gaan over het rijk Gods. Het rijk Gods is vreugde om wie teruggevonden wordt, vreugde die gedeeld moet worden. De herder roept zijn vrienden, de vrouw haar vriendinnen en de vader geeft een feest. De derde gelijkenis is de sleutel voor alle drie: wat doet de oudste zoon; blijft hij buiten staan of gaat hij met zijn vader mee naar binnen? Het rijk Gods geeft vreugde, vreugde die gedeeld moet worden. MAAR: je moet wel willen binnengaan en deelnemen aan het rijk Gods. Alleen dan kun je delen in de vreugde. Je moet het wagen, riskeren, anders gaan leven.
De twee huismoeders die het over de chaos in hun gezin hadden, spraken niet eens over het grootste kind in huis. Maar ze waren het allebei eens dat er geen groter geluk is als je af en toe voelt dat alles wel goed zit en dat iedereen gelukkig is. Dat geluk deelden ze allebei. Het rijk Gods is veeleisend. Maar het geeft vreugde als alles in elkaar plaats, vreugde die gedeeld moet worden. Als je binnengaat en deelneemt.