Jezus’ norm is anders dan wat de mensen gewoon waren: bescheiden plaats aan tafel in plaats van de ereplaats aan tafel en voorkeur voor de armen.
De pikorde van mensen onder elkaar drijft veel mensen. Dat is van alle tijden. De ongelijke behandeling van mannen en vrouwen is daar een actueel voorbeeld van.
In Jezus’ tijd gold de plaats die je kreeg aan tafel als een aanwijzing van het belang dat je vertegenwoordigde. Wie naast of in de buurt van de gastheer mocht zitten, had heel wat meer prestige dan iemand die aan het uiteinde van de tafel moest plaats nemen, en natuurlijk had die toch nog meer uitstraling dan wie helemaal geen plaats kreeg.
Jezus draait het om. Niet de belangrijkste plaats moet ons drijven. Niet de berekening of we iets kunnen terug verwachten als we mensen uitnodigen, moet ons leiden. De gemeenschap waar iedereen volwaardig meetelt, dat is in het geding.
Die eigen logica van Jezus is teken van de achtste dag van God. De dag van God is zo anders dan de dagen van de mensen. De tijd van Gods rijk staat haaks op de tijd van het mensenrijk. De achtste dag kunnen wij in de wereld van vandaag niet realiseren; het is de dag van God. Maar Hij laat zijn tijd wel schijnen op onze tijd. Vandaar dat Jezus de verhouding omdraait.
Niet de pikorde onder de mensen is van tel maar of iedereen mee is, of iedereen mee kan: dat wil Jezus zien gebeuren. Het nieuwe werkjaar is de uitdaging om er werk van te maken. Laat de achtste dag ons helpen om van de zeven andere dagen momenten van evangelisch samenleven te maken.