Jezus weet dat wij gemakkelijk reageren vanuit vooroordelen en opvattingen. Let op wat je toelaat in je hart, want daar loopt de mond van over.
Het is evident dat iemand die bij een reorganisatie haar of zijn job verliest, niet zegt: “Ik begrijp dat het bedrijf meer winst kan maken met minder werkvolk”. In die omstandigheden reageer je vanuit je eigen situatie. Er zijn trouwens weinig gelegenheden dat je echt kunt spreken zonder zelf betrokken te zijn.
Dat weet Jezus ook. En Hij kent de kracht van onze woorden. Hij weet dat wij zelden spreken zonder betrokkenheid. Daar is niets mis mee, als we ons maar rekenschap geven van de kracht van onze woorden.
“Waar het hart vol van is, daar loopt de mond van over,” zegt Jezus. Als ons hart vol bitterheid is, zullen wij bittere woorden spreken. Wat andere mensen zeggen of doen, wordt dan met de zwarte verf van onze woorden besmeurd. Als in ons hart vriendschap en mededogen leven, zullen wij veel minder over andere mensen spreken. Wij kunnen kiezen en ons oefenen wat wij in de schatkamer van ons hart bewaren: wat goed en mooi is, of wat slecht en donker is.
Jezus heeft geleerd om het goede in zijn hart toe te laten en het slechte te weren. Daarom komen zoveel goede woorden uit zijn mond. Soms zijn die woorden streng en vermanend, maar ze zijn altijd gefilterd door de liefde en de barmhartigheid die in hem leven.
De omstandigheden overmeesteren ons soms en dan spreken wij vanuit onszelf, ongecontroleerd. Juist dan is het belangrijk wat wij in ons hart bewaard hebben.