In het Magnificat toont Maria ons de weg die God voor haar uittekent: de weg van de kleine tegenover de grote. Wie die weg gaat, vindt eeuwig leven.
Er zijn al veel plannen aangepast, uitgesteld of afgelast omwille van de voorzorgsmaatregelen voor de volksgezondheid. We leren daardoor stilaan om het wat kleiner en wat minder te doen. Wie die weg niet wil opgaan, is niet aangepast. Respect voor elkaars gezondheid moet ons leiden.
Maria heeft haar plannen ook gewijzigd, niet omwille van een gezondheidscrisis. Zij heeft zich afgestemd op Gods plan met haar leven. Zij heeft ‘ja’ gezegd op de uitnodiging om moeder van Gods Zoon te worden al heeft zij pas later ontdekt wat dat betekent. Maria was onder het kruis bij Jezus, want ze is hem trouw blijven volgen.
Waarschijnlijk heeft Maria getwijfeld of Jezus wel goed bezig was. Maar uiteindelijk heeft ze altijd voor hem gekozen. Dat deed ze niet op spectaculaire wijze, maar in de kleine dienstbaarheid van elke dag.
Vanaf het begin van de kerk heeft Maria daarom een speciale plaats gekregen. Vandaag vieren wij hoe God haar gegeven leven bekroonde door haar tenhemelopneming.
Toen de zomer begon, hebben wij iedereen die toen aan de eucharistieviering deelnam een rolletje gegeven. Het was een papier met woorden van vriendschap, zotveel vriendschap. Je mocht die woorden doorgeven aan iemand anders. Dat is zo’n klein teken, een gebaar van niemendal, dat toch een beetje kleur geeft aan het leven. Het leven van Maria hangt aaneen van die niemendalletjes. Daarin gelijken wij op haar. God heeft haar verheerlijkt omdat zij in die kleine dienstbaarheid groots was en toegewijd aan zijn wil. Laten we daarin ook op Maria gelijken. Zij gaat ons voor.