Johannes de Doper roept op tot grote schoonmaak. Er komt een nieuw begin: God wordt mens.
De eerste overzichten van het eindigende jaar zijn verschenen; de eerste prijzen van de laureaten in de sport zijn uitgereikt. Dat zijn signalen dat een kalenderjaar voorbij is. Daarna begint een nieuw jaar. We moeten daar niets speciaal voor doen; het komt vanzelf.
In de eerste lezing en in het evangelie wordt een nieuw begin aangekondigd. Telkens is er een profeet die het volk oproept om zich klaar te maken. Het gaat over een weg in de woestijn en paden die moeten rechtgetrokken worden, over een doopsel van bekering en iemand die zal komen. Dat nieuwe begin gaat niet zo vanzelf als de start van een nieuw jaar.
Het nieuwe begin waar de Bijbel over spreekt is geen kalendergebeuren. Het ligt ook niet in mensenhanden: God maakt een nieuw begin. God komt van buitenaf in de tijd van de mensen en maakt die geschiedenis helemaal nieuw. Slechts wie zich daarvoor klaar maken en wie zich bekeren, kunnen aan die nieuwe tijd deelnemen.
Daarom moeten wegen van armoede en onrecht rechtgetrokken worden, daarom moeten bergen van uitsluiting en uitbuiting geslecht worden. Wie zich daarvoor inzet zal de profeet herkennen. Wie daaraan meewerkt, zal de Heer zien komen.
Volgende zondag is het zondag van Welzijnszorg, van de 1 op 7 die de eindmeet niet haalt. Het is een unieke kans om ons voor te bereiden op het nieuwe begin van de komende Heer.
Het nieuwe jaar 2018 zal vanzelf komen en weer gaan. De komende Heer willen wij actief ontvangen door ons voor te bereiden. Laten we samen gaan voor meer gerechtigheid en vrede, heel deze advent en altijd daarna.