Jezus vertelt over de barmhartige Samaritaan omdat het hem zegt dat God tussen de mensen is en door de mensen handelt. Dat typeert Jezus.
Als wij een verhaal vertellen, dan is het omdat het ons zelf aanspreekt. Het gaat over iets belangrijk, of we vinden het grappig, of we denken dat we degenen die luisteren kunnen helpen... Wie verhalen vertelt, zegt ook altijd iets over zichzelf, want je kiest wat je vertelt, hoe je vertelt en wat je aan een verhaal toevoegt.
Als Jezus door iemand onderweg wordt aangesproken over wie de naaste is, vertelt Hij hem het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Dat wil zeggen dat het een verhaal is dat Jezus aanstaat, het raakt hem zelf. We moeten er dus met aandacht naar luisteren, want we kunnen iets over Jezus leren.
Jezus is zeker getroffen door de warme medemenselijkheid van de Samaritaan. Maar nog meer treft hem hoe God onder de mensen is. God komt niet dichter bij de beroofde man in de leviet of in de priester, maar in de man die stopt, afstijgt en wonden verzorgt. Dat treft Jezus..
Jezus herkent God in de Samaritaanse hulpverlener. Kunnen andere mensen aan ons en in ons God herkennen? Hoe gaan wij om met wie op onze weg komt?
De zevende dag is de dag van God en de mensen, de dag om verhalen te vertellen; we nemen daar de tijd voor. Laten we goed vertellen en goed naar anderen luisteren. Verhalen zeggen iets over de verteller. Misschien leren we van elkaar hoe wij God ervaren, welke rol hij in ons leven speelt. Zo heeft Jezus verteld.