GODDELIJK ‘MOETEN’

Jezus verklaart zijn gedrag: Hij ‘moest’ in het huis van de Vader zijn.

Wij moeten dikwijls ons gedrag verantwoorden. Waarom zijn we te laat gekomen? Waarom is de was niet gedaan? Waarom zetten wij ons niet genoeg in voor de gemeenschap of voor één of andere vereniging?

Jezus moet zich verantwoorden tegenover zijn ouders, Jozef en Maria. Dat is logisch, want Hij is nog maar twaalf. Het zijn de eerste woorden die Hij in het evangelie van Lucas spreekt en ze wegen dan ook zwaar door: “Wisten jullie niet dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?” Het klinkt als een breuk met zijn ouders. Er is een andere Vader, een andere orde. Jezus gehoorzaamt Jozef en Maria maar Hij richt zijn leven nog sterker en nog meer op wat de Vader vindt.

Jezus handelt hier niet na grondig overleg maar vanuit een innerlijke bewogenheid en betrokkenheid. Het ‘goddelijk moeten’ zal heel zijn leven richten. Jezus is door Gods liefde begeesterd en Hij gaat tot het uiterste om Gods wil te doen en te beleven. Zelfs de dood schrikt hem niet af.

Jezus ‘moest’ in het huis van de Vader zijn, in de dingen van de Vader, in de wil van de Vader. Er is geen dwang van buitenaf die hem dat oplegt. Hij doet dat omdat Hij zich beschikbaar stelt voor de Vader.

Wij moeten ons gedrag vaak verantwoorden en wellicht gebruiken wij eerder zelden het argument dat Jezus gebruikt: het ‘goddelijke moeten’. Misschien zegt dat iets over onze toewijding aan en onze beschikbaarheid voor de Vader.