Tot driemaal toe roept Jezus zijn (uitgezonden) apostelen op om God te vertrouwen.
“Het is veel gemakkelijker een compromis te sluiten als er veel geld is, dan wanneer er middelen tekort zijn,” zei ooit een groot politicus in de vorige eeuw. Met geld kun je veel bereiken.
Dat weet Jezus ook, als Hij zijn leerlingen vraagt geen geld mee te nemen op hun zendingstocht. Ze mogen niet rekenen op materiële middelen.
Tot driemaal toe zegt Jezus dat zijn leerlingen op God moeten vertrouwen. Niet bang zijn voor de mensen, geen vrees hebben voor wie wel het lichaam maar niet de ziel kunnen kraken, wees niet bevreesd: driemaal hetzelfde refrein.
Jezus wil dat zijn apostelen vertrouwen op de Vader. Dat klinkt eenvoudig maar dat is het niet. Die mannen moeten gaan aankloppen bij de mensen en over de liefde van God spreken. Dat was toen niet vanzelfsprekend en dat is het vandaag nog niet. Hoe vaak spreken wij onder elkaar over God? Laat staan dat we dat tegen onbekende mensen doen.
Vrees niet, zegt Jezus. Heb vertrouwen. Met andere woorden: leg je leven in Gods handen. Dat is vertrouwen dat moet groeien, heel ons leven lang.
Met geld is veel te koop. Maar wie met God wil groeien en leven, vindt een andere grond om op te steunen. Godsvertrouwen vermindert nooit in waarde.