Het ‘talenwonder’ is vooral een wonder van iedereen die aanvoelt en begrijpt wat de apostelen zeggen.
Vroeger zat aan de uitgang van de parking iemand in een hokje. Die controleerde je ticket en zei dan hoeveel je moest betalen. Nu betalen wij de huurprijs van een parkingplaats aan een automaat. Er zijn nog veel andere automaten: met snoeprepen, met drankjes, broden, bloemen, groenten en fruit. We halen zelfs geld op met een automaat. Soms lijken onze ouders wel automaten. Ze zeggen zo vaak hetzelfde: voorzichtig zijn, beleefd zijn, goed opletten in de klas, enzovoort. Ook leerkrachten herhalen vaak hetzelfde.
Als we kijken naar het verhaal van Pinksteren, zien we iets heel origineel - helemaal geen automaat. Dat is het geheim van de heilige Geest.
Er staat dat de apostelen in allerlei talen begonnen te spreken en dat mensen uit verschillende landen hen allemaal begrepen, ondanks de taalverschillen. Waren de apostelen dan ineens zo slim geworden dat ze al die talen konden spreken? Of zat er een vertaalautomaat in hun broekzak?
De apostelen van Jezus waren vol vuur over wat ze met Jezus hadden beleefd. De heilige Geest brandde in hen. Zij getuigden van hun geloof op een wijze die bij iedereen overkwam. Zij spraken de taal van de liefde, van Gods liefde en die begrijpt iedereen.
Als christenen zouden wij zo ook moeten zijn. Ons geloof is geen automaat, woorden en gebruiken die we vanzelf zeggen en doen. Ons geloof is liefde, authentiek, vers en fris. Dat is de taal die iedereen begrijpt, van welke cultuur ook.
In Nederland zijn er automaten met kroketten... Alles kan met automaten maar geloven niet. Dat is persoonlijk, doorleefd, gestuwd door de heilige Geest.