Dat Maria zwanger zal worden en een zoon zal baren, ligt in de lijn van de verwachtingen. Dat haar kind Zoon van God zal zijn, is onmogelijk, tenzij de God van Israël tussenkomt.
Veel mensen leven alsof God niet bestaat. Soms is dat de officiële doctrine in een land, maar vaak is het gewoon een levensstijl. Dat is ook in onze streek een houding die meer en meer voorkomt.
Op het einde van de advent lezen we in de Bijbel precies het tegenovergestelde: God moeit zich in onze geschiedenis en in ons leven.
Koning David krijgt van de profeet Natan de belofte dat God voor hem een huis zal bouwen. Daarmee wordt het volk bedoeld en ook de dynastie. Uit zijn stamboom zal het volk van God groeien en zal de uiteindelijke koning geboren worden.
En kijk, in het evangelie wordt aangekondigd dat duizend jaar later de profetie van Natan zal uitkomen. Maria is een jonge, verloofde vrouw. Dat zij zwanger zal worden en een zoon zal baren, is niet verwonderlijk. Zo ging en gaat het wel meer met jonge vrouwen die huwen. Maar dat zij moeder van Gods Zoon zal worden, zonder tussenkomst van een man - dat is zeer verwonderlijk.
We lezen het evangelie van ‘Maria boodschap’ op de achtergrond van Sara, de oude vrouw van Abraham die door Gods tussenkomst een zoon ter wereld bracht. En we kennen het verhaal van Hanna die op hoge leeftijd, ook dankzij God, moeder van Samuël is geworden. En natuurlijk Elizabet, de onvruchtbare vrouw van Zacharias, die toch moeder van Johannes de Doper wordt. Iedere keer als God tussenkomt, wordt een grote en belangrijke man geboren. Dat zal ook gebeuren met het kind dat Maria op de wereld brengt.
Veel mensen doen alsof er geen god is en leven op eigen kracht en volgens eigen regels. Wij die geloven zien Gods tussenkomst in het leven van de mensen en in onze geschiedenis. Daarom vieren wij Kerstmis, omdat God ook nu tussenkomt. En dan gebeurt het onmogelijke.