Jezus wordt voorgesteld als de lijdende dienaar van Jahwe uit de eerste lezing (Jesaja). God zegt het uiteindelijk zelf: Dit is mijn Zoon.
Je kent het zelf zeker ook. Je hebt het zeker al geproefd. En misschien ben je wel een dagelijkse gebruiker. Ik heb het over de mayonaise waarvan de publiciteit zegt: Dat is em!
Dat zegt God van Jezus: Dat is em; dit is mijn Zoon! De stem uit de hemel zegt dat niet omdat Jezus juist gedoopt is en pas dan Zoon van God zou geworden zijn.
De Messias werd al eeuwen verwacht. Het volk keek er al lang naar uit. Sedert vijf eeuwen werd het land bezet door afwisselende vreemde machten. De mensen geloofden dat God hen zou bevrijden, zoals Hij de voorouders uit de slavernij van Egypte had gered en naar het beloofde land had geleid. Ten tijde van Jezus leefde de verwachting van de Messias sterk op. De oude liederen van verwachting en hoop werden opnieuw gezongen.
Het is Johannes de Doper die als eerste begrijpt dat Jezus de Messias is. Hij zal het anders aanpakken dan de mensen verwachten. Niet met macht en geweld en de kracht van het zwaard zal Hij Gods heerschappij vestigen. Maar met gerechtigheid, genade en de overtuiging van de hoop zal Hij Gods rijk van vrede laten doorbreken.
In de tijd dat Lucas zijn evangelie schreef waren er natuurlijk twijfelende mensen, zoals die er in elke tijd zijn. Zou het toch Johannes de Doper zijn? Moeten we toch iemand anders zoeken? Daarom schrijft Lucas klaar en duidelijk: Dit is em! Dit is de Zoon van God! En velen zijn op dat woord in Jezus beginnen geloven, tot op vandaag.
Mayonaise kun je verkopen met een prettige, sterke slogan: Dat is em! Gods liefde verkondigen vraagt iets meer inzet en getuigenis. Maar het begint met onze eigen overtuiging over Jezus: dat is em, de Zoon van God, de Messias!